105
23 april 1959.
XIX. KREDIET VOOR STICHTING NIEUWE ZWEMVIJVERS.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
71. Stichting nieuwe zwemgelegenheid.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de volksgezondheid zich
hiermede kan verenigen.
Ir. Kooijmans zegt, dat nu dus wordt gevraagd om in principe te beslui-
ten dat tot de bouw van een zwemvijver zal worden overgegaan. Spreker
vraagt of het niet te ver gaat daarvoor nu gelden voor het bestekklaar
maken aan te vragen tot 20.000,Spreker meent dat voor bouwwerken
wordt volstaan met een voorlopig bestek en tekening.
De Voorzitter kan de heer Kooijmans mededelen, dat dit noodzakelijk is
omdat een dergelijk plan ten departemente en bij de andere instanties al-
leen op zijn merites kan worden beoordeeld als het bestekklaar is. De in-
dertijd door de raad ingestelde commissie ad hoc adviseert thans, de plan-
nen verder te doen uitwerken. De raad geeft dus hiermede eigenlijk te
kennen, dat dit zwembad binnen niet al te lange tijd zal dienen te worden
gebouwd met alle konsekwenties die daaraan vastzitten.
De heer Zegwaart zal graag zien dat er in Heemstede weer een behoor-
lijk zwembad komt. Maar, zoals hij bij de kredietaanvrage voor de verbe-
tering van de verlichting van de Heemsteedse Dreef zijn gedachten heeft
laten gaan over de inkomsten en het begrote tekort van de gemeente, zo is
dat ook nu weer het geval geweest. Spreker heeft het ontwerp van de
nieuwe wet op de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten nog niet
gezien. Hij kan dus ook niet beoordelen of deze gemeente hierdoor in een
gunstiger financiële positie zal komen te verkeren. Als dat niet het geval
is, dan vraagt spreker zich toch ernstig af, of we op deze weg voort moeten
gaan. De vorige keer was het 108.500,voor verlichting van de Heem-
steedse Dreef en nu gaat de raad in principe een besluit nemen waarbij hij
een half miljoen moet voteren. Spreker zou toch eerst wel eens graag
weten, als dit tenminste mogelijk is, of de wet op de financiële verhouding
tussen rijk en gemeenten voor Heemstede een wat gunstiger perspectief
biedt.
Wethouder Corver antwoordt, dat burgemeester en wethouders natuur-
lijk niet kunnen zeggen, wat de nog niet aanvaarde wet op de financiële
verhouding tussen rijk en gemeenten deze gemeente rijker zal maken,
want dan zouden zij vooruitlopen op de beslissing die de regering dienaan-
gaande zal nemen. De vooruitzichten op dit punt rechtvaardigen toch wel
een zeker optimisme. Niettemin zouden wij ook zonder deze vriendelijke
vooruitzichten toch wel genoodzaakt zijn om een nieuw zwembad te bou-
wen. Het is onvermijdelijk dat de oude zwemvijvers op de duur moeten
worden prijsgegeven, omdat zij uit overwegingen van volksgezondheid niet
langer houdbaar zullen blijken te zijn. Ook is te verwachten dat daaraan
dure reparaties ten koste zullen moeten worden gelegd. Spreker gelooft
dat de heer Zegwaart zich ten opzichte van de financiën niet al te ongerust
behoeft te maken. Meer kan spreker er niet over zeggen.
De heer Zegwaart merkt op, dat het antwoord van de wethouder zeer
diplomatiek is. Spreker is daardoor niet zo verschrikkelijk veel wijzer ge-
worden.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.