23 april 1959. 114 echter niet eens. Spreker kan mededelen, dat de eigenaar altijd bereid is het Overbos aan de gemeente over te doen. Spreker heeft hem indertijd gezegd, dat zolang deze zaak speelt, hij het verkeerd vindt wanneer hier- over met de gemeente zou worden onderhandeld, omdat burgemeester en wethouders wisten dat deze kwestie nog wel in de raad zou worden behan- deld. Spreker onderschrijft de mening van de heer Pliester om in dit stadium te zeggen, dat het Regentencoilege zich dus niet gehouden heeft aan dat- gene, waartoe indertijd de mogelijkheid is geschapen nl. om in nader con- tact te treden met de Provinciale Planologische Dienst. Men heeft één be- spreking gehad met de secretaris van de commissie voor de gemeentelijke t plannen, die te kennen heeft gegeven dat, wanneer de gemeente niets doet het eigenlijk weinig zin heeft om verder te praten. Men had toen bij de gemeente terug moeten komen, maar men had niet het bouwplan moeten laten uitwerken. Nu al deze werkzaamheden zijn verricht en deze kosten zijn gemaakt wordt de raad enigszins voor een fait accompli gesteld. Deze gang van zaken lijkt niet helemaal juist. Burgemeester en wethou- ders hebben in de vorige vergadering uitdrukkelijk gezegd, dat zij de weg willen openen tot contact van de regenten van St. Bavo met de Provin- ciale Planologische Dienst, doch dat zij vasthieiden aan hun eenmaal in- genomen standpunt. Van het resultaat van die ene bespreking is aan bur- gemeester en wethouders geen mededeling- gedaan. Men is zijn eigen weg gegaan en heeft het plan verder helemaal doen uitwerken. Het college kan nooit enig verwijt treffen, dat het in deze verkeerd heeft gehandeld. Tot slot deelt spreker mede, dat hij een schrijven heeft gelezen van het provinciaal bestuur aan de rijksdienst van het nationale plan, waarin deze dienst wordt verzocht om, als van het voornemen blijkt om tot bebouwing van het Overbos over te gaan, daar dadelijk een stokje voor te steken. Wanneer de raad tot bebouwing van het Overbos zou besluiten kan men van de directeur van het nationale plan bericht verwachten, dat het niet door kan gaan. Om de bouw van de twee bejaardenhuizen naast Overbos mogelijk te maken hebben de provinciale instanties zich bereid verklaard een hoger bebouwingspercentage van Kennemeroord en Kennemerduin toe te staan, nadat het gemeentebestuur had toegezegd, dat het Overbos onbe- bouwd zou blijven. Daarom gaat het nu niet aan om te zeggen dat deze toezegging wel over boord gegooid kan worden. Mr. Pliester heeft gezegd dat hij geen ander terrein in de gemeente voor de bouw van een bejaardenhuis zou kunnen aanwijzen. Spreker gelooft te mogen zeggen dat dit eventueel wel mogelijk zou zijn. Het is natuurlijk de vraag of dit terrein door het Regentencollege belangwekkend genoeg wordt gevonden. Spreker heeft het terrein achter het Raadhuis op het oog, waarvoor een uitbreidingsplan in voorbereiding is en waarop men zeker later een uitstekende gelegenheid zal kunnen scheppen om daar een tehuis voor ouden van dagen te bouwen, evenals misschien wellicht de mo- gelijkheid aanwezig was, hoewel het Regentencollege daar niet voor voelt, om het terrein achter de huidige Bavo daarvoor te gebruiken. Wethouder van Lent wil, deel uitmakende van de minderheid van het college, zijn visie op deze zaak geven. Hij heeft in het gesprokene door de voorzitter meermalen het verwijt beluisterd, dat, terwijl het college aan- vankelijk op het standpunt gestaan heeft om geen enkele bebouwing op het Overbos toe te staan, spreker thans bereid zou zijn medewerking te verlenen aan de totstandkoming van dit bejaardenhuis. De geschiedenis van de bouwplannen op het Overbos nagaande, wijst spreker er op, dat de eigenaar het Overbos wilde verkopen ten einde met de opbrengst daarvan de bouw van een revalidatiecentrum in Berkenrode te kunnen financieren. Daarvoor vroeg hij een zodanige wijziging van het uitbreidingsplan aan te brengen, dat daarop een aantal villa's zou kunnen worden gebouwd. Dit hebben burgemeester en wethouders geweigerd, ook al omdat de mogelijk-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 21