BPR
115
23 april 1959.
îeid met denkbeeldig was, dat het Overbos in handen van een bouwexploi-
tant zou komen, die dan zeer zeker terug zou grijpen op het nog geldende
uitbreidmgsplan van 1930, volgens hetwelk villa's op dit terrein gebouwd
zouden mogen worden. Later wilde de eigenaar een nationale loterij orga-
mseren met als hoofdprijs het Overbos. Ook dat plan had voor burgemees-
ter en wethouders erg weinig aantrekkelijks, waarom zij unaniem däaraan
met wilden meewerken. Begin 1958 is het verzoek ingekomen van het col-
ege van Regenten van St. Bavo om op het Overbos een bejaardencentrum
te mogen stichten. Dat heeft een punt van uitvoerige bespreking in het
college uitgemaakt omdat burgemeester en wethouders wisten welke grote
moeilijkheden in deze overwonnen zouden moeten worden Dat is ook de
reden geweest, waarom burgemeester en wethouders zich toen gewend
hebben tot de commissie voor de gemeentelijke plannen van de Planolo-
gische Dienst te Haarlem en tot de directeur van het nationale plan, met
het verzoek hun memng te geven over de mogelijkheid van bebouwing van
het Overbos. Beide antwoorden waren zodanig, dat tevoren al vast stond, al-
ans de kans heel groot was, dat van dit voornemen niets kon komen.
hflrt dat,.?,ij in de raa-dsvergadering van maart 1958 gezegd
eeft, dat men eigenlijk het college van Regenten tegen zichzelf in be-
schermmg moest nemen door geen medewerking te verlenen, omdat het
wn T Van o 7e k°sten voor het uitwerken van de plannen niet verant-
woord was. Spreker wii helemaal met suggereren, dat, omdat het Regen-
tencollege nu toch veel kosten gemaakt heeft aan het uitwerken der plan-
nen maar moet worden meegewerkt. Dit behoeft in het vormen van een
oordeel geen rol te spelen omdat het Regentencollege bekend was met het
nsico dat het nam. De volledig uitgewerkte plannen zijn door burgemees-
ter en wethouders van alie kanten bekeken. Een gedeelte van het coilege
îs daarna de menmg gaan voorstaan, dat er wei een mogelijkheid bestaat
0n! een bejaardencentrum op dit terrein te stichten. Wanneer men nagaat
dat rechts van het Overbos het bejaardencentrum van de gereformeerde
diacome en Imks het bejaardencentrum van de hervormde gemeente zal
worden gebouwd, dan vormt ook het tusseniiggende Overbos een ideale ge-
legenheid voor de bouw van een bejaardencentrum. De minderheid van het
college staat dus op het ogenbiik op het standpunt, dat het college van
Regenten in de gelegenheid moet worden gesteld om hun plan ter bevoeg-
de plaatse te verdedigen.
Inderdaad geeft het streekplan voor het Overbos een matige bebouwing
foa^mPrC Zegtl ni!î d,at er nlet Sebouwd mag worden. Het streekplan
s echter nog met goedgekeurd. Op het plan in hoofdzaak is voor het Over-
,r°'! aa?|egeven' dat over de hestemming nog nader zal worden beslist.
Ten aanzien van de meldmgsplicht die op het Overbos rust, heeft de voor-
zitter opgemerkt, dat op de beslissing van de directeur van het nationale
plan geen beroep mogelijk îs. Spreker is er nog niet van overtuigd dat
dit mderdaad zo îs. Juist om dit beroep mogelijk te maken zou hij het
voorstel van de heer Verhoeven willen steunen. Spreker wil dan ook drin-
gend aanbevelen om ook daarmede akkoord te gaan. Mocht een gewijzigd
uitbreidmgsplan wtemdelijk door de hogere instanties verworpen worden
dan eerst staat de onuitvoerbaarheid van het plan vast.
Mevrouw v. d. Meulen mag nu wel zeggen dat de bouw van een bejaar-
dencentrum aan de oostzijde van het Overbos aantrekkelijker is, maar
spreker meent dat het een groot verschil uitmaakt of men uitzicht heeft
°P eenhos. of °P de achterkant van blekerijen. Waar spreker op het stand-
bH Lt n V b°men er voor de mensen zijn en niet andersom vindt
hij het met zo erg dat er misschien op dit terrein enkele bomen moeten
sneuvelen. De mogelijkheid bestaat dat het plan, zoals het door de archi-
tecten is mgediend, met de volledige goedkeuring zal kunnen krijgen zo-
dat het gewijzigd moet worden. Dit is ook het geval geweest met de bouw-
olannen voor Kennemerduin en Kennemeroord, maar uiteindelijk zijn er