19 117 23 april 1959. die ook enigszins de goedkeuring, zo niet volledig, van de voorzitter kon wegdragen, waarop ir. Schut met een paar ruwe krassen een gebouw in het middenstuk heeft geplaatst en zelfs sprak over een soort van schouw- burg of iets in die geest. Het heeft dus ook al wel bij het college geleefd, dat daar toch wel iets zou kunnen komen. Later werd gedacht aan één villa, maar één villa zou spreker toch weer een te grote bevoorrechting vinden van een enkeiing, wat helaas in de randstad Holland niet meer kan. Spreker is dus van mening veranderd. Het is een weloverwogen besluit, waar hij het helemaal niet zo gemakkelijk mee heeft gehad, maar wat hij alleen genomen heeft uit een gevoel van rechtvaardigheid. De Voorzitter wil even naar voren brengen dat het z.i. volkomen ten on- rechte is, dat de heer van Wijk stelt dat hij niet van standpunt gewijzigd is, want van het begin af heeft de heer van Wijk hetzelfde standpunt in- genomen als de overige leden van het college. Hij heeft in de collegever- gaderingen zeer zeker niet naar voren gebracht wat hij zojuist meende te moeten zeggen. Hij heeft volkomen de oorspronkelijk unanieme mening van het college, dat het Overbos niet mocht worden gebouwd, gedeeld, ook verleden jaar nog. Dat er een schets is geweest van ir. Schut met' een schouwburg en dat deze ook sprekers goedkeuring kon wegdragen, is wel gemakkelijk gezegd, maar het is in ieder geval onjuist, Spreker heeft al- leen, in verband met de plannen van de heer van Eeghen, om het Overbos te bestemmen als prijs in een loterij, als lid van de commissie voor het streekplan gepleit, om het mogelijk te maken dat het Overbos met een villa zou mogen worden bebouwd, omdat men aan een terrein zonder een mogelijkheid van bebouwing niets heeft. De heer van Wijk kan nu wel zeggen dat hij altijd één lijn heeft getrokken, maar tot voor enkele weken wist spreker niet dat hij in deze een ander standpunt had ingenomen. Hier- door wordt een homogeen beleid van het college uitermate bemoeilijkt. Spreker heeft altijd gemeend dat hij sprak namens de overgrote meerder- heid van het college en oorspronkelijk namens het gehele college. De heer van Lent deelde oorspronkelijk ook volkomen de mening van het college en hij is pas omgezwaaid, hetgeen hem vrijstaat, nadat de kwestie van de bouw van een r.-k. bejaardenhuis in het college aan de orde is gekomen. De heer Verhoeven zegt, naar aanleiding van de opmerking van de heer Verkouw, dat het Overbos plantsoen zou kunnen worden, dat het terrein op het ogenblik niet meer ter beschikking staat van de eigenaar, omdat het regentencollege daar een optie op heeft en niet van plan is die optie prijs te geven. De regenten kopen dit terrein en houden het. Spreker wil nog opmerken, dat, zelfs indien de eigenaar nog eigenaar ware, hij voor dat terrein toch wel een bijzonder hoge prijs zou kunnen vragen met de kennis die hij thans heeft. Indien hij, op het moment dat zijn verzoek werd afgewezen, geweten zou hebben, dat er nog een uitbreidingsplan van 1930 voor het Overbos geldig was, dan zou hij zeker op een hogere beslis- sing hebben aangedrongen, Spreker neemt niemand kwalijk, dat nu eerst blijkt, dat er nog een uitbreidingsplan was en zeker burgemeester en wet- houders niet, omdat deze wetenschap hun standpunt slechts verzwakt. Het Overbos toch mag volgens dit oude plan wel bebouwd worden, in tegen- stelling met de naastliggende buitenplaatsen. Spreker wil nog opmerken, dat op het ogenblik het Overbos nog het enige bezit van de heer van Eeghen is. Spreker moge dan verwijzen naar een K.B. van 19 maart 1932, waarbij werd beslist, dat de aanwijzing van vrijwel het gehele bezit van één eigenaar tot plantsoen niet toelaatbaar is. Men kan dit K.B. vinden bij artikel 36 van de woningwet, uitgave Schuurman en Jordens Editie. Het Overbos zal dus geen plantsoen kunnen worden want de eigenaar zou het er eventueel niet voor afstaan en het Regentencollege is dat ook niet van plan. Indien het plan wordt verworpen, behoudt het Regentencollege dus dit perceel en dan zal het Regentencollege bezien of het op een andere

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 24