23 april 1959. 98 IX. BENOEMING DIRECTEUR DER GEMEENTEBEDRIJVEN. De alphabetische voordracht is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 62. Benoeming directeur gemeentebedrijven. De heer Zegwaart wil beginnen met een woord van waardering aan het adres van burgemeester en wethouders, omdat zij de commissie voor de bedrijven in de gelegenheid hebben gesteld kennis te maken met de can- didaten die door hen waren opgeroepen. Het spijt spreker dat hij daar meteen op moet laten volgen, dat deze benoeming voor zijn fractie en voor het katholieke bevolkingsdeel van Heemstede toch weer een grote teleur- stelling inhoudt. Reeds meerdere malen is in de raad gesproken over de wanverhouding die er tussen het aantal katholieken en het aantal katho- lieke functionarissen in topfuncties in Heemstede bestaat. Het spijt zijn fractie ten zeerste, dat ook weer bij deze gelegenheid niet de mogelijkheid is benut om daarin verbetering aan te brengen. Het college is wel zeer ver afgeweken van de eisen die aan de te benoemen directeur van de bedrijven in 1954 werden gesteld. Om dit aan te tonen zal spreker graag het door hem gesprokene uit de notulen van 25 maart 1954 citeren, bij gelegenheid van de benoeming van de heer Limborgh tot directeur der bedrijven. „Spreker mag er bovendien aan herinneren, dat de toezegging is ge- daan, dat, indien de heer Schelling zou worden benoemd tot gemeente-se- cretaris, in zijn plaats een katholieke functionaris zou worden benoemd. Natuurlijk onder voorwaarde, dat voldoende capaciteiten aanwezig zouden zijn. Was deze toezegging ook niet een aanwijzing in de richting- van er- kenning van onze achterstand op dit terrein En wat is daarvan terecht gekomen? In de plaats van de heer Schelling is een niet-katholiek be- noemd, nadat een procedure was gevolgd die tot dan toe nimmer was toe- gepast. Sprekers fractie hoopt, dat het voor een ieder duidelijk zal zijn, dat hier geen actie tegen bepaalde personen wordt gevoerd, maar haar be- moeiingen om te komen tot opheffing van de achterstand, die er is wat betreft het vervullen van invloedrijke en belangiijke functies binnen het Heemsteedse ambtenarencorps, noopt haar precies te zeggen, waar het op staat." Spreker wil voor dit geval dit woord herhalen. Het gaat er dus niet om, iemand wie dan ook te discrimineren. ,,En om nog eens duidelijk aan te tonen, dat zijn fractie niet tegen wind- molens vecht, laat spreker hier een overzicht volgen van de ambtenaren- bezetting- in onze gemeente." Spreker wijst er op, dat er natuurlijk sinds 1954 wel mutaties zijn voor- gekomen, maar de verhouding is er niet gunstiger op geworden. „Onder de hoofdambtenaren, waaronder spreker rekent secretaris, ont- vanger, controleur gem. financiën, referendaris, 3 hoofdcommiezen, (lees thans hoofdcommiezen B), 4 directeuren van bedrijven (gasbedrijf, open- bare werken, sport, bibliotheek), 11 dus in totaal, is slechts 1 R.K. Spreker zou verder kunnen gaan door er op te wijzen, dat er op het raadhuis, gezien de gehele formatie, een achterstand aan R.K.-ambtenaren bestaat. Bij de bibliotheek is de verhouding 6 niet-R.K. tegen 2 R.K. Bij de bedrijven 7 niet R.K. tegen 2 R.K., bij openbare werken zijn de cijfers ongeveer in overeenstemming met de verhouding tussen niet-R.K. en R.K. ingezetenen. Hieruit blijkt naar sprekers mening overduidelijk, dat er wel degelijk een achterstand bestaat, heel bijzonder in de topfuncties. Burgemeester en wethouders hebben sollicitanten opgeroepen en hebben als eis gesteld diploma Ingenieur Electrotechniek Delft. Maar het college Weet heel goed, dat voor het salaris dat Heemstede heeft te bieden, geen allround ingenieur zich aanbiedt, d.w.z. wij kunnen krijgen een jong pas-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 5