99
23 april 1959.
afgestudeerd man, een gepensioneerde of een kneus. Een jonge ingenieur
gebruikt Heemstede als springplank naar een beter betaalde functie en
een gepensioneerde beschouwt dit als een aardige bijverdienste. Maar moe-
ten wij dan in Heemstede genoegen nemen met een directeur die feitelijk
van zijn pensioen moet genieten Is dat nu een positie de gemeente Heem-
stede waardig?
Er bevindt zich onder de sollicitanten iemand, die naar de mening van
sprekers fractie zeker in staat is om de leiding van ons Heemsteeds dis-
tributiebedrijf op zich te nemen en naar behoren te vervullen Maar hij
heeft geen ingenieursdiploma Delft. Hij heeft slechts Bingen, maar daar-
naast heeft hij een 17-jarige ervaring in Indië bij een bedrijf, veel groter
in omvang dan het Heemsteedse en niet enkel distributie- maar ook op-
wekkingsbedrijf.
De technische problemen, waarvoor de heer Butter, die sprekers fractie
op het oog heeft, zich gesteld zag, gezien in een zo uitgestrekt en geacci-
denteerd terrein als hetwelk onder zijn ressort was, waarbij zich vele in-
dustriële aansluitingen van grote bedrijven bevonden, stelt hem zeer zeker
m staat om de problemen die het beheer van de Heemsteedse aansluitingen
vergt, naar behoren te behartigen. Een man uit de praktijk dus, waar hij
zo is uitgestapt. In hoevele gevallen is niet gebleken, dat juist die prak-
tijkmensen, die in het werk en door het werk groot zijn geworden, de rech-
te man op de rechte plaats bleken te zijn. De heer Butter is 46 jaar en onze
gemeente zou nog 19 jaar van zijn krachten kunnen profiteren en het is
toch ook van belang, dat de continuïteit in de bedrijfsleiding voor geruime
tijd is gewaarborgd. De heer Ir. Limborgh is bijna 59 jaar en heeft naar
de mening van sprekers fractie een andersluidende staat van dienst dan
de heer Butter. De werkkring van de heer Butter heeft geheel gelegen in
het vlak van de thans te vervullen functie in Heemstede.
T°en de heer Ir. Limborgh moest worden benoemd als waarnemend di-
recteur, is aan de commissie voor de bedrljven de verzekering gegeven,
dat dit in niets vooruitliep op de definitieve benoeming van een directeur
en dat wij door niets gebonden waren. En hoe is dit nu te rijmen met de
aanbeveling van burgemeester en wethouders, Ir. Limborgh als enige can-
didaat, terwijl hij niet de enige geschikte is?"
Het was een lang citaat, maar spreker gelooft, dat daaruit wel zeer dui-
delijk blijkt, dat de eisen die bij de vorige benoeming gesteld werden toch
wel een stuk hoger lagen dan die welke burgemeester en wethouders op
dit ogenblik stellen. Dit is voor zijn fractie pijnlijk, omdat, toen zij inder-
tijd de heer Butter, die een prima candidaat was, voorstelde, burgemeester
en wethouders de eisen zo hoog stelden, dat die sollicitant volgens de me-
ning van het niet-katholieke gedeelte van de raad niet voor een benoeming
in aanmerking kwam.
Spreker weet wel, dat straks wethouder van Wij k met de opmerking
komt, dat er zich geen geschikte r.-k.-candidaten hebben aangemeld.
Spreker zal aantonen waarom dit argument voor hem geen waarde heeft.
Toen in 1954 de heer Vos aftrad als gemeente-secretaris, is er, mede door
de bemoeiingen van de katholieke fractie, gesolliciteerd door Mr. Molle-
man. Dat was een hoge functionaris op de secretarie te Arnhem. Mr. Mol-
leman kon, ondanks zijn uitstekende papieren, ook geen genade bij de raad
vinden. De heer Schelling moest secretaris worden. Om misverstand te
voorkomen wil spreker direct zeggen, dat de heer Schelling een goed se-
cretaris is geweest. Maar men heeft toen de mogelijkheid om aan de ka-
tholieke bevolkingsgroep in Heemstede enige voldoening te geven, ver-
zuimd. De volgende benoeming was bij gelegenheid van het aftreden van
de heer Schelling. Toen was er ook een uitstekende r.-k. sollicitant, nl. Mr.
Punt. Ook hij heeft geen genade kunnen vinden in de ogen van de raad,
minus de r.-k., fractie dan natuurlijk. A1 deze benoemingen zijn voor het
