23 april 1959.
102
met de politieke richting van de wethouder die uitgevallen is.
Sprekers fractie zou gaarne, evenals dat vroeger werd gedaan, de nes-
tor van de raad voor een benoeming als plaatsvervangend wethouder naar
voren willen brengen.
De heer Verhoeven kan het geheel met het gesprokene door de heer
Rutgers eens zijn dat de plaatsvervangend wethouder zo nodig alleen in
de vakanties behoort op te treden. Spreker heeft de opdracht om namens
zijn fractie mevr. van der Meulen kandidaat te stellen.
Mr. Pliester is het met de heer Rutgers eens dat het hier gaat om een
handreiking in geval van vakantie, ziekte e.d. Bij langdurige ziekte van
een wethouder zal op geheel andere wijze een voorziening moeten worden
getroffen. Men is dan weer geheel vrij om het geval op zichzelf te beoor-
delen. Sprekers fractie vindt het gewenst dat ook andere partijen in de
werkzaamheden van het college delen. Waar de omstandigheden zo liggen
dat daar thans geen bezwaar tegen kan zijn, is zijn fractie geneigd om
een kandidatuur van een lid van de P.v.d.A. te steunen, met de restrictie,
dat het niet anders betekent dan een vervanging in de gevallen zoals die
zojuist naar voren zijn gebracht.
De heer Verkouw zegt, dat zijn fractie het voorstei van de heer Verhoe-
ven gaarne zal bijvallen. De raad zal zich wel kunnen indenken, dat zijn
fractie wat minder benauwd is om aan dit wethouderschap wat meêr ver-
strekkende gevolgen te doen geven. Spreker laat de benoeming graag aan
de raad over.
De Voorzitter wil toch even stellen, dat een plaatsvervangend wethouder
niet alleen optreedt in het geval dat het college het quorum niet zou halen,
maar ook in geval dat er een kwestie van uitzonderlijk belang in het col-
lege aan de orde is en de leden van het eollege menen, dat de plaatsver-
vangend wethouder dient te worden ingeschakeld. Dat zijn de 2 gevailen
waarover de wet spreekt. Daarnaast is het mogelijk dat een tijdelijk wet-
houder wordt benoemd in geval van b.v. langdurige ziekte van een wet-
houder.
Uit de gehouden stemming blijkt dat op mevr. van der Meulen 11 stem-
men, en op de heer van der Dinden 7 stemmen zijn uitgebracht, zodat
mevr. van der Meulen is benoemd tot plaatsvervangend wethouder. 1 Stem
was van onwaarde.
Op de vraag van de voorzitter, verklaart mevr. van der Meulen haar be-
noeming aan te nemen.
XI. BENOEMING VAN EEN ONDERWIJZER AAN DE
BRONSTEESCHOOL.
De voordracht is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
63. Benoeming onderwijzer Bronsteeschool.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat de heer W. Vermeulen, onderwijzer
aan de u.l.o.-afdeling van het Instituut Gooiland te Bussum, met algemene
stemmen is benoemd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de benoeming te doen in-
gaan op een door burgemeester en wethouders te bepalen datum.
XII. STICHTING VAN EEN R.-K. KLEUTERSCHOOD AAN DE GLIP.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
64.
Stichting R.-K. kleuterschool op ,,de Giip"