152 25 juni 1959 IX. KREDIET VOOR AANSCHAFFING VAN MEUBILAIR VOOR DE BRON STEESCHOOD. Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 105. Meubilair Bronsteesehool. De V oorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hier- mede kan verenigen. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. X. BENOEMING VAN EEN ONDERWIJZER AAN DE BRONSTEE-ULOSCHOOL. De voordracht is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 106. Benoeming onderwijzer Bronsteeschool. Mevr. van der Meulen heeft zich bij deze toch wel erg beknopte voor- dracht afgevraagd, wat nu toch de taak van de raad is. Zij meent, dat in de wet staat, dat zo mogelijk een voordracht van tenminste 3 personen moet worden ingediend en uit de stukken heeft zij niet kunnen conclude- ren, dat er hier van een onmogelijkheid sprake was. Zij heeft wel gezien, dat het dagelijks bestuur een stellige voorkeur heeft voor één van de sollicitanten. Dat is natuurlijk volkomen juist en dan had die sollicitant no. 1 kunnen staan. Maar dat er bij de andere sollicitanten niet één meer was die voor een plaats op de voordracht in aanmerking kwam, wil er bij spreekster niet in. Is het zo, dat de sollicitante die bij eventuele benoeming om woonruimte voor zich en haar vriendin verzocht, zich, nadat zij ver- nomen had dat dit niet mogelijk zou zijn, heeft terugge'trokken Haar sollicitatie Iag nog bij de stukken, zodat zij zich op dat moment waarschijn- üjk nog niet had teruggetrokken. Voorts vroeg een van de sollicitanten een bepaald iesrooster. Het gebeurt n.l. vrij veel, vooral bij leerkrachten die nog moeten studeren, dat de lesrooster zö wordt ingericht, dat zij cur- sussen of colleges kunnen volgen. Men kan dat natuurlijk als een bezwaar voelen en daar met de piaatsing op de voordracht rekening mee houden, maar spreekster gelooft niet dat het zo moet zijn, dat sollicitanten däär- om geheel af moeten vallen. Spreekster heeft een klein beetje het gevoel, dat het werk dat de raad zou moeten doen, eigenlijk al door burgemeester en wethouders is gedaan en dat voor de raad alieen maar de taak is over- gebleven om de enige sollicitant te benoemen waaraan geen bezwaren kleven. Zij twijfelt er geen ogenbiik aan dat degene die no. 1 op de voor- dracht staat, niet benoemd zal worden, maar het gaat hier om het spelen van een juist spel. Voorts heeft spreekster een schriftelijk advies van de inspecteur gemist. Zij voelt zich een klein beetje genomen. De heer Zegwaart is het met mevr. v. d. Meulen eens, dat het maar een armoedige vertoning is als men moet gaan stemmen over slechts 1 candidaat. Met de rest van het betoog van mevr. v. d. Meulen is hij het helemaal niet eens. Als men als het ware met chantagevoorwaarden komt, dan vindt hij dat burgemeester en wethouders gelijk hebben dat ze een zodanige sollicitant geen plaats op de voordracht waardig keuren. Als het zo door moet gaan dan zou het bijna te wensen zijn, dat er voor het on- derwijzend personeel nog eens een poosje de tijd aanbrak van de kweke- ling met akte. Wat op het ogenblik op dit terrein gebeurt vindt spreker schandalig. Hij had gedacht dat het onderwijzend personeel daar in elk geval wel boven zou staan. Wethouder Corver hoopt, dat mevr. van der Meulen hem niet verdenkt van minachting voor vertegenwoordigende colleges. Zij kan dat ook moei-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 8