180
30 juli 1959.
perspectief betekent en dat zij de zaak die nu aan de orde is daarmede
niet heeft vertroebeld.
Mr. Rutgers zegt, dat het een beetje badinerend van zijn kant was op-
gemerkt, dat hij meende uit haar eigen woorden te hebben opgemaakt dat
mevr. van der Meulen nu alleen zou spreken over Kennemerduin en dat
dus de andere perspectieven wei tot een later ogenblik konden worden be-
waard. Hij wil haar niet de eer ontnemen om perspectieven te openen.
Alleen de kwestie van het moment waarop mevr. van der Meulen dat
deed, heeft spreker even aangevallen.
Het gaat thans over de wenselijke bestemming van Kennemerduin en
daarover is de raad het eens. De wenselijke bestemming van Overbos zal
later bekeken worden. Tot de fractie van de K.V.P. zou spreker willen
zeggen, dat de raad altijd begrip zal hebben voor het werk van de hon-
derdjarige Stichting St. Bavo. Dat heeft de raad getoond en zal dat blijven
tonen. Maar de raad heeft zijn verantwoordelijkheid bij het afwegen van
alle belangen. Spreker hoopt over het Overbos in rustige sfeer verder te
praten en hij wou dan maar graag vergeten wat op dit ogenblik naar zijn
idee een beetje scheef gegaan is door de houding van de fractie van de
K.V.P. Het was niet nodig geweest. Het zal een verder spreken over Over-
bos alleen maar kunnen schaden. Van zijn kant wil spreker rustig de zaak
bespreken en dit vervelend intermezzo vergeten.
De Voorzitter meent nog even op enkele dingen te moeten ingaan. De
heer Zegwaart heeft gezegd, dat de verbazing van zijn fractie het aanbie-
den van deze herziening betrof vöör dat door de aangewezen planoloog
advies is uitgebracht. Spreker wijst de heer Zegwaart er op, dat blijkens
de notulen van de vergadering van april 1959, de woordvoerder van diens
fractie uitdrukkelijk stelt: „want de andere bejaardentehuizen daarnaast
mogen er wel (dik gedrukt) komen". Daaruit blijkt, dat men bij de be-
sprekingen in de vergadering van april 1959 er van uitgegaan is, dat niet
alieen op Kennemeroord maar ook op Kennemerduin een bejaardenhuis
zou komen. Voorts heeft de heer Zegwaart helemaal niet geantwoord op
sprekers vraag waarom er bij de behandeling van het uitbreidingsplan
voor Kennemeroord geen bezwaar is ingebracht tegen het daar bouwen van
een bejaardenhuis.
De heer Zegwaart stelt voor dit agendapunt af te voeren en stelt in het
vooruitzicht, dat bij niet-aanneming van zijn voorstel in beroep zal wor-
den gegaan, met als gevolg langdurige stagnatie van de bouw van het
bejaardenhuis op Kennemerduin. Spreker neemt geen woord terug van
wat hij daarover gezegd heeft, n.l. dat daardoor een ander volksdeel van
onze gemeente en hij heeft het zacht uitgedrukt zou worden ge-
plaagd. Spreker kan echter wel verzekeren, dat, voor het geval dit
zich zou voordoen, het college van burgemeester en wethouders en spreker
persoonlijk, wetende dat de Planologische dienst, het college van gedepu-
teerde staten en de Rijksdienst voor het Nationale Plan achter dit plan
staan, al het mogelijke zullen doen om dan te bewerken dat deze zaak zo
spoedig mogelijk zal worden afgehandeld. Spreker kan wel verzekeren,
dat de goedkeuring dan geen jaar op zich zal laten wachten.
Mevr. van der Meulen heeft nog over andere buitenplaatsen gesproken.
Het spreekt vanzelf dat burgemeester en wethouders een open oog hebben
voor deze buitenplaatsen. Daarover hebben reeds besprekingen plaats ge-
vonden. Uiteraard is dit geen zaak die direct kan worden beslist. Preven-
tief zijn er mogelijkheden genoeg om ongewenste ontwikkelingen ten aan-
zien van deze buitenplaatsen tegen te gaan. Alles wat daaromtrent bin-
nenskamers wordt besproken kan spreker op het ogenblik natuurlijk niet
zeggen, maar burgemeester en wethouders zijn wel degelijk op hun hoede.
De heer Zegwaart dient het navolgende voorstel in: „De fractie van de