30 juli 1959. 183
diensten van de gas-, duinwater- en elektriciteitsbedrijven. Spreker vraagt
of nu al een plan gemaakt kan worden waarbij met de uiteindelijke om-
vang van de dienst van openbare werken rekening wordt gehouden.
Er is ook gesproken over het permanent handhaven op deze plaats van
het instructielokaal. Het is spreker opgevallen, dat er helemaal niet ge-
sproken is over het ingewonnen advies van of opgenomen contact met
de Rijksinspectie van het brandweerwezen omtrent het aanschaffen van
geschikt materiaal, zodat men nu reeds rekening zou kunnen houden met
bergruimte hiervoor.
De heer Zegwaart had niet verwacht, dat er belangrijke wijzigingen in
het oorspronkelijke voorstel zouden worden aangebracht. Sprekers be-
zwaar tegen het voorstel, n.l. dat men over enige jaren waarschijnlijk
weer moet gaan verbouwen wanneer ander brandweermateriaai zal moeten
worden aangeschaft, schijnt in de commissie van openbare werken be-
sproken te zijn. In ieder geval staat nu vast, dat het instructielokaal met
meer zal worden verplaatst. Spreker heeft buitenshuis gehoord hoe men
bij uitbreiding van het brandweermateriaal het stallingprobleem denkt op
te lossen. Men wil dit doen door de nieuwe spuiten in de brandweergarage
te plaatsen en de oude spuiten elders een plaats te geven. Spreker meent,
dat men er dan toch wel rekening mee moet houden, dat het grote en het
kleine materiaal toch zo dicht mogelijk bij elkaar zal moeten v/orden on-
dergebracht en niet, zoals hij gehoord heeft, de oude brandspuiten m de
garage van de reiniging, want dat is een hele afstand. Een betere oplossing
zou spreker het vinden als het stookgebouw van de gasfabriek tot garage
werd ingericht. Dat is vlakbij de brandweergarage en met een heel klem
stukje weg daarmede in verbinding te brengen.
De vorige keer is voldoende duidelijk gebleken, dat spreker geen enkel
bezwaar had tegen een uitbreiding van de brandweergarage waardoor het
brandweerpersoneel een behoorlijke outillage krijgt en waardoor het in de
onmiddellijke nabijheid van het materiaal kan worden geïnstrueerd. Toch
is spreker blij dat er nog eens over deze zaak gesproken is. Ook îs spreker
verheugd, dat zovele raadsleden op de terreinen van openbare werken en
de bedrijven een kijkje zijn gaan nemen. Iedereen zal het zijn opgevallen,
dat daar enorme ruimten zijn die helemaal niet gebruikt worden of ge-
bruikt worden voor het opbergen van wat oud roest. Deze ruimten worden
niet efficiënt aangewend. De burgemeester heeft in de vorige vergadering
toegezegd, dat burgemeester en wethouders met een plan zouden komen,
aangevende welke gebouwen er zullen moeten komen en waar, en welke
verbouwingen er gedaan moeten worden. Spreker begrijpt dat dit natuur-
lijk niet vandaag of morgen kan gebeuren, maar hij hoopt toch wel dat het,
binnen het raam van de mogelijkheden, op een zo kort mogelijke termijn
zal geschieden.
Het is spreker opgevallen, dat de strook grond langs de Cruquiusweg
een pracht gelegenheid biedt voor de bouw van een politiebureau. Hij zal
daar nu niet dieper op in gaan.
Er staat in het voorstel: „waardoor openbare werken voor de eerste 10
iaren over voldoende ruimte zal kunnen beschikken". Ook de heer Kooij-
mans heeft daar al op gewezen. Spreker gelooft, dat er in onze gemeente
nog voor 8 10.000 nieuwe inwoners plaats is en dan îs de gemeente vol-
gebouwd. Hij zou nu zo graag willen, dat men bij alle komende bouwpian-
nen rekening hield met het feit van een volgebouwd Heemstede. Daardoor
voorkomt men dat er later nog eens moet worden verbouwd.
De Voorzitter antwoordt, dat de heer Kooijmans heeft gevraagd of er
geen overleg heeft plaats gehad met de Rijksinspectie van het brandweer-
wezen. De mening van deze inspectie is echter bekend. Het ligt in de be-
doeling van het college met de nieuwe commandant van de brandweer en