zf/
m
2e afd. 27 augustus 1959. 131
VERHUUR WARMWATERDOORSTROOMAPPARATEN
Aan de Raad,
Op grond van Uw besluit van 31 maart 1949, no. 29 werd de mogelijkheid
geopend aan de afnemers van het gasbedrijf warmwaterdoorstroomappa-
raten van gemeentewege in huur te verstrekken tegen een vergoeding be-
rekend naar 39,per jaar. Zoals wij in ons bij dat besluit behorend voor-
stel schreven zat hierbij de bedoeling voor deze apparaten in het bijzonder
te verstrekken aan diegenen voor wie de aanschaffing te kostbaar moest
worden geacht.
Niettemin konden ook anderen van deze mogelijkheid gebruik maken en
dit is in de ioop der jaren dan ook op zeer ruime schaal geschied, zodat
thans bijna 1800 apparaten verhuurd zijn.
Toen in het begin van het jaar 1957 de bestedingsbeperking het doen van
kapitaalsuitgaven aan banden legde, achtten wij ook de vrij aanzieniijke
investeringen, welke de aanschaffing van de nodige apparaten voor de be-
drijven met zich mede bracht, niet langer verantwoord en werd de verhuur
van nieuwe apparaten tijdelijk stopgezet.
Reeds eerder echter was bij ons coilege de vraag gerezen of met de ver-
huur overeenkomstig de bestaande regeling kon worden voortgegaan. Deze
verhuur bleek n.l. regelmatig een, zij het ook bescheiden in verhouding tot
het aantal apparaten, verlies op te leveren. Wij menen, dat thans het mo-
ment gekomen is om een definitieve beslissing in deze kwestie te nemen.
Het wil ons voorkomen, dat tegen een beëindiging van de verhuur dezer
apparaten, waarop ook van de zijde der particuliere installateurs wordt
aangedrongen, geen enkel bezwaar behoeft te bestaan. De tot op dit tijdstip
verhuurde apparaten kunnen dan op dezelfde voorwaarden verhuurd blij-
ven.
De ongunstige exploitatie-uitkomsten werden eensdeels veroorzaakt door
de vrij hoge vergoeding van 12,per jaar, welke aan de instaliateurs
voor het onderhoud der apparaten werd gegeven. In dat bedrag was echter
een gedeelte van de gederfde winst bij verkoop der apparaten verdiscon-
teerd. Wij hebben de installateurs bereid gevonden een verlaging der ver-
goeding voor de thans nog verhuurde apparaten tot 9,per jaar te aan-
vaarden.
Een tweede oorzaak van het op de exploitatie geleden verlies werd ver-
oorzaakt door de betrekkelijk korte afschrijvingstijd van 10 jaren, welke
voor deze apparaten werd aangehouden. Het blijkt, dat zij een belangrijk
langere levensduur zullen bezitten. Nu de eerste, in 1949 verhuurde appara-
ten inmiddels zijn afgeschreven, zal de exploitatie der in verhuur zijnde
apparaten geleidelijk aan een gunstiger beeld gaan vertonen.
Volgens de bestaande regeling zullen wij ook nog verhuren de in de com-
plexen van 54 en 47 woningwetwoningen aan de Glip te plaatsen apparaten.
Het eerste complex is vrijwel voltooid en voor de bouw van het tweede
complex werd inmiddels door het Ministerie van Volkshuisvesting en Bouw-
nijverheid de nodige machtiging tot gunning verleend. In het vervolg zal
dus bij de bouw van woningwetwoningen het voor aanschaffing der appa-
raten benodigde bedrag in de bouwsom begrepen zijn.
Voorts menen wij, dat de mogelijkheid moet blijven bestaan de door op-
zegging der huur vrijkomende apparaten weder te verhuren aan hen, voor
wie de kosten van het aanschaffen van een apparaat moeilijk te dragen
vallen en wij zouden daarvoor als criterium willen nemen de huurgrens
waar beneden muntmeters voor gas en elektriciteit worden verstrekt.
Tenslotte stellen wij ons voor de verhuur der apparaten nog tenminste ge-
durende 10 jaren, te rekenen van het tijdstip dat zij bij de afnemers zijn
geplaatst, voort te zetten en deze verhuur daarna te beëindigen wanneer
