GEWIJZIGD EXEMPLAAR.
2e afd. 24 september 1959. 143
VOORBEREIDING MAATREGEEEN WERKCEASSIFICATIE EN
PRESTATIEBELONING WERKI.IEDEN.
Aan de Raad,
Op 26 juni 1958 besloot Uw raad (raadsstuk no. 76) in principe om zo
mogelijk vôör of op 1 januari 1961 over te gaan tot invoering van werk-
classificatie en prestatiebeloning voor de werklieden, werkzaam bij de
diensttakken, waarop het reglement voor de werklieden in dienst der ge-
meente van toepassing is verklaard.
Dit principebesiuit was nodig om deze werklieden te rekenen met ingang
van 1 april 1958 een tijdelijke overgangstoeslag van 3 van het loon deel-
achtig te kunnen doen worden, zulks in afwachting van een eerlang aan
hen toe te kennen prestatietoeslag op het loon. Zoals wij aan het slot van
ons voorstel, hetwelk leidde tot Uw in de aanhef dezes aangehaald besluit,
vermeldden, dienden daarnaast voorbereidende maatregelen tot verwezen-
lijking van de invoering van werkclassificatie en prestatiebeloning te wor-
den getroffen. Omtrent de aard dezer maatregelen zouden wij ons, zo
schreven wij destijds aan Uw raad, nog nader beraden.
Het zal Uw college uit hetgeen met betrekking tot deze materie onzer-
zijds in de vergaderingen van de raad voor en na is opgemerkt voldoende
duidelijk zijn geworden, dat wij omtrent de toepassing van de werkclassi-
ficatie en de prestatiebeloning in de praktijk vooralsnog sceptisch ge-
stemd zijn-.
Dit ontslaat ons echter niet van de verplichting U voor te stellen bepaal-
de voorbereidende maatregelen te nemen waardoor de invoering der werk-
classificatie en prestatiebeloning gewaarborgd wordt. Zou het gemeente-
bestuur in deze n.l. geen stappen doen, dan zou de voortzetting der uitbe-
taling van de 3 overgangstoeslag aan de werklieden in gevaar worden
gebracht. Deze voorbereidende maatregelen kunnen hierin bestaan, dat
aan een deskundige instantie de voorbereiding van de invoering der mo-
derne loontechnieken wordt opgedragen.
Zoals wij reeds in onze memorie van antwoord op het afdelingsverslag
van de begroting voor het dienstjaar 1959 schreven, zouden wij U willen
voorstellen hiervoor aansluiting te zoeken bij het Bureau Personeelsbeheer
en Organisatie der Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Wij menen,
dat aan dit Bureau in ieder geval de voorkeur behoort te worden gegeven
boven een particuliere instelling en dit niet alleen omdat het winstoogmerk
bij dat bureau ontbreekt, doch ook omdat het naar aard en instelling ge-
heel op de behartiging van de belangen der Nederlandse gemeenten is af-
gestemd en geen andere belangen dan die der gemeenten behoeft te dienen.
Het bureau beschikt over een staf van ter zake volkomen onderlegd per-
soneel, waarvan mag worden verwacht, dat het een open oog heeft voor
de moeilijkheden, welke zich op dit terrein in de praktijk kunnen voordoen.
Wij mogen U dan ook voorstellen een opdracht aan dit Bureau te ver-
strekken. Verwacht mag worden dat het Bureau nog aan het eind van dit
jaar met zijn werkzaamheden in onze gemeente een begin zal kunnen ma-
ken. Voor zijn werkzaamheden zal aan het Bureau een bedrag van naar
schatting 3000,verschuldigd zijn, welk bedrag zal worden betaald na-
dat het onderzoek is voltooid. Wij stellen ons daarom voor dit bedrag op
te nemen in de begroting voor het dienstjaar 1960. De bijdrage is geba-
seerd op het aantal te beoordelen werknemers hetgeen voor onze gemeente
rond 100 bedraagt. Boven dit bedrag is nog 150,voor aansluitingskos-
ten verschuldigd.
