213
24 september 1959.
welke elementen men moet letten of niet te veel moet letten, welke correc-
ties men moet toepassen, enz. Hoewel spreker daaromtrent ook weer enigs-
zins sceptisch gestemd is, want er is al eens een voorlopige vragenlijst ver-
schenen, die veel weg had van een groot KNAC-rapport over een mens. Men
werd daarin van binnen en van buiten bekeken en binnenstebuiten ge-
keerd en er bleef niet veel anders over dan een goedgesmeerde machine,
die de gemeente goed kan dienen. Er was spreker teveel weggelaten wat
t°ch wel echt menselijk is, wat bij een mens hoort; het was allemaal zo
nuchter, akelig en kaal, zodat hij moest denken aan maatschappijen en
landen waar de produktie, door een mens gebracht, toch wel de hoogste
waarde is die men in het leven kan opbrengen. Heeft men die opvatting,
dan moet er natuurlijk een revolver achter; heeft men die opvatting niet,
dan moet men natuurlijk heel andere waarden in het leven invoeren erî
in stand houden.
Spreker heeft de heer Kooijmans al in het algemeen beantwoord. Inder-
daad zullen er vele gemeenschappelijke zaken zijn, die in vele gemeenten
parallel liggen, maar een te breed rapport zouden we toch ook weer niet
kunnen hebben.
De heer Zegwaart gelooft dat het aanbeveling zou verdienen als de com-
missie van overleg bij elkaar werd geroepen. Spreker weet, dat de com-
missie van overleg met haar voorzitter toch een appeltje te schillen heeft
over een commissie die zou worden ingesteld voor enkele voorstellen die
nog te behandelen zijn. In deze commissie heeft een aantal deskundigen zit-
ting dat kan zeggen hoe de werkclassificatie en prestatiebeloning elders
verloopt en hoe dit ook praktisch hier kan worden ingevoerd.
Mr. Rutgers dankt voor de uiterst kleine tegemoetkoming van de wet-
houder. Hij zou hem willen vragen een tweede stap te doen door thans de
raad niet te laten besluiten ten aanzien van de prestatiebeloning. Er
staat in het ontwerp-besluit, dat aan het bureau wordt opgedragen de
invoering van de werkclassificatie en van de prestatiebeloning te verzor-
gen. Voor zover spreker van deskundige zijde gehoord heeft, is het apert
zo, dat de opzichters de prestatiebeloning moeten gaan toepassen. Er zul-
'en dan wel aan die opzichters richtlijnen moeten worden gegeven.
Wanneer eenmaal de werkclassificatie klaar is waarom mag de
raad op dât moment niet opnieuw bekijken hoe de prestatiebeloning zal
worden ingevoerd. Spreker komt daarmede in het schuitje van de wethou-
der, die voorzichtigheid wil betrachten in deze zaak. Laten we niet te
hard lopen! Laten we het goed doen! Spreker kan zich verenigen met de
opdracht aan het bureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
inzake de werkclassificatie, maar hij kan zich er niet mee verenigen om
nu al een uitspraak van de raad inzake de prestatiebeloning te vragen.
Spreker vraagt het opdragen der prestatiebeloning in het ontwerp-besluit
te schrappen en eerst het rapport over de werkclassificatie af te wachten.
De heer Zegwaart heeft er ook tegen aan zitten kijken dat in het ont-
werp-besluit staat: ,,aan het bureau op te dragen de invoering van werk-
classificatie en prestatiebeloning te verzorgen". Hij heeft zich afgevraagd
of niet beter gesproken zou kunnen worden van „voor te bereiden", want
het is toch feitelijk niet anders dan voorbereiden. Uiteindelijk moeten
burgemeester en wethouders en de raad de beslissing nemen. Mogelijk ko-
men burgemeester en wethouders dan ook tegemoet aan de verlangens
van de heer Rutgers.
Wethouder van Wijk zegt, dat de gemaakte opmerkingen volkomen juist
zijn. Dat moet ook wel blijken uit de materie zelf waar hier over gespro-
ken wordt. Aan invoering zijn we nog helemaal niet toe. Met verzorgen
is bedoeld het rapport tot voorbereiding van verdere stappen te verzor-
gen. Spreker geeft toe, dat het ontwerp-besluit misschien taalkundig wat