153
2e Afd.
29 oktober 1959.
GELDLENING N.V. BANK VOOR NEDERLANDSCHE
GEMEENTEN GROOT 35.450,—.
De Raad der gemeente Heemstede,
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
Gelet op de artikelen 170 en 228 der gemeentewet;
BESLUIT:
Ten laste der gemeente Heemstede, hierna te noemen „geldneemster", een
geldlening aan te gaan groot /35.450,met de N.V. Bank voor Neder-
landsche Gemeenten te 's-Gravenhage, hierna te noemen ,,geldgeefster"
tegen een koers van 99% en verder op de grondslag van de volgende be-
palingen:
Artikel 1.
Geldneemster zal over het onafgeloste nominale bedrag der lening be-
talen een tegen vier en een half ten honderd per jaar te berekenen rente,
te voldoen op 1 april en 1 oktober van elk jaar, voor het eerst op 1 april
1960.
Bij de berekening van de rente zal elke maand op dertig dagen en elk
jaar op driehonderd zestig dagen worden gesteld.
Artikel 2.
Geldneemster zal het bedrag der lening aflossen in 25 jaren en wel in
de jaren 1960 tot en met 1984 1.418,per jaar.
De aflossingstermijnen zullen worden voldaan op 1 oktober van elk
jaar.
Artïkel 3.
Algehele of gedeeltelijke extra-aflossing der lening zal tot 1 oktober
1969 zijn uitgesloten; met ingang van laatstgenoemde datum zal geld-
neemster uitsluitend op de aflossingsverschijndagen extra mogen aflossen,
doch slechts tegen betaling van een vergoeding van één en een half ten
honderd van het extra af te lossen bedrag, indien de aflossing plaats vindt
vöör 1 oktober 1974, terwijl zulks gedurende de verdere looptijd der lening
slechts mogelijk zal zijn tegen betaling van een zodanige vergoeding, be-
rekend naar één ten honderd van het extra af te lossen bedrag.
Geldneemster zal van haar voornemen tot extra-aflossing der lening
tenminste zes maanden tevoren aan geldgeefster schriftelijk kennis geven.
Deze kennisgeving is onherroepelijk en verplicht geldneemster op de
gestelde datum de extra-aflossing te doen.
De bedragen overeenkomstig dit artikel extra afgelost, zullen gerekend
worden ailereerst te zijn betaald in mindering van de laatste aflossings-
termijn, daarna van de voorlaatste en zo vervolgens.
Artikel 4.
Alle aan geldgeefster verschuldigde betalingen zullen geschieden te
haren kantore te 's-Gravenhage of bij een nader door geldgeefster aan te
wijzen betaalkantoor.
De betalingen zullen geschieden in Nederlands geld, zonder korting of
schuldvergelijking en zonder kosten voor geldgeefster.
De betalingen zullen gerekend worden allereerst te zijn geschied ter
voldoening van de kosten, vervolgens van de boeten, daarna van de ver-
goedingen, vervolgens van de rente en het laatst van de hoofdsom.