155
c
4e afd.
29 oktober 1959
10e WIJZIGING VAN DE BOUW- EN WONINGVEKORDENING
Aan de Raad,
I. Bij vernieuwing van buitenschilderwerken is het de laatste tijd voor-
gekomen, dat kleuren werden toegepast, die zowel voor het gebouw
zelf als voor het aanzien van de omgeving niet of zeer moeilijk aan-
vaardbaar zijn.
Nu het functioneel schilderen steeds meer in zwang komt en ook
andere dan de traditionele kleuren wit, crême en standgroen hoe lan-
ger hoe meer worden aangewend, is het gevaar groot dat door een
ondeskundige kleurkeuze moderne kleuren op zichzelf alleszins
aanvaardbaar op zodanige wijze worden toegepast, dat een onesthe-
tisch geheel ontstaat.
De bouw- en woningverordening geeft in artikei 145 de mogelijkheid
tegen het schilderen in aanstoot gevende kleuren op te treden; de
regeling is echter niet in alle gevallen sluitend en werkt bovendien
slechts repressief.
Wij stellen U daarom voor door vaststelling van bijgaand ontwerp-
raadsbesluit de bouw- en woningverordening in dier voege te wijzigen
en aan te vullen, dat het toezicht op het uiterlijk aanzien van gebou-
wen, hekwerken e.d. afdoende wordt geregeld.
Door het uitvoeren van buitenverfwerk in artikel 145b in het alge-
meen niet afhankeiijk te maken van een vergunning van ons college,
menen wij een regeling gevonden te hebben, die zowel voor ons
college als voor de belanghebbenden zo doeltreffend en soepel mo-
gelijk werkt.
n. Bij raadsbesluit van 7 maart 1907 is vastgesteld de verordening hou-
dende voorwaarden van aansluiting aan de riolering.
Deze verordening machtigt ons college aan particulieren onder be-
paalde voorwaarden vergunning te verlenen tot aansluiting op de
gemeenteriolen. Als een der voorwaarden noemt de verordening, dat
de belanghebbende bij het indienen van de aanvraag een door de raad
vastgesteld bedrag betaalt. Dit bedrag is door U naderhand herhaal-
delijk gewijzigd.
Aangezien de bouw- en woningverordening een aansluitingsplicht
kent, is de basis van de verordening van 1907 vervallen. De in deze
verordening genoemde voorwaarden stemmen bovendien voor het
grootste deel niet meer overeen met de voorschriften van de bouw-
en woningverordening en met de eisen van de praktijk.
Wij stellen U daarom voor de verordening van 1907 in te trekken en
in de bouw- en woningverordening te bepalen, dat het leggen van
rioolleidingen in de openbare weg door of vanwege de gemeente
wordt uitgevoerd en dat het door beianghebbenden daarvoor te beta-
len bedrag door ons college wordt vastgesteld. Een daartoe strekkende
bepaling is in bijgevoegd concept-raadsbesluit opgenomen.
Heemstede, 21 oktober 1959.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
E. J. van Lent l.b.
De secretaris,
A. van Wingerde.