235
29 oktober 1959.
waaronder begrepen hekwerken en schuttingen, een aanvang te maken
alvorens. enz." Artikel 14,5a zal dan enkel voor buitenmuren gelden.
Vervolgens brengt de Voorzitter de onderdelen IIB en IIC van het ont-
werp-besluit gewijzigd volgens de hierboven aangegeven redactie, in stem-
ming, hetgeen verworpen wordt met 117 stemmen. Vöör het voorstel
stemden de heren Schuitenmaker, Kooijmans, Pliester, Willemse, van der
Linden en de wethouders Corver en van Lent.
XIII. 4e WIJZIGING DER ALGEMENE POLITIEVERORDENING.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
156. 4e Wijziging van de algemene politieverordening voor de
gemeente Heemstede.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de strafverordeningen
zich hiermede kan verenigen.
De Voorzitter zegt, dat het volgens de politieverordening verboden is in
automaten, welke zich bevinden op of aan de weg, tabaksartikelen voor-
radig te hebben. Deze bepaling is niet waterdicht, waarom wordt voorge-
steld middels een nieuwe redactie het lek te dichten. Spreker wil toegeven
en dit is misschien niet voldoende naar voren gekomen, dat het een theo-
retisch geval betreft. Degene n.l. die sigarettenautomaten in de hal van
het station Heemstede heeft doen aanbrengen, kan deze niet exploiteren
omdat, volgens de Tabakswet, hij, die in het bezit is van een tabaksver-
gunning, alleen automaten mag exploiteren die bevestigd zijn aan het
perceel waar hij zijn bedrijf uitoefent.
Nu kan zich evenwel het geval voordoen, dat de Nederl. Spoorwegen in
het stationsgebouw een restauratie inrichten. In dat geval zou een restau-
rateur een tabaksvergunning kunnen krijgen en zou hij op grond daarvan
de bevoegdheid hebben om automaten in de hal te plaatsen. Dan zou er
dus nog een concurrent voor de sigarenwinkeliers bij komen. Mede om dit
te kunnen voorkomen wordt deze aanvulling van de Algemene Politiever-
ordening voorgesteld.
Mr. Rutgers zegt, dat verschiilende raadsleden hun gedachten hebben
laten gaan over de wenselijkheid van handhaving van lid 3 van art. 152,
inzake het verbod van automaten in het algemeen. Deze leden menen, da.t
dit in deze vergadering nog niet kan worden besproken, maar zij zouden
dit onderwerp wel graag behandeld zien vöör het voorstel van burgemees-
ter en wethouders wordt behandeld, omdat het verder strekkende voorstel
van het eventueel intrekken van lid 3 van artikel 152 van meer belang is
dan het gaatje dat burgemeester en wethouders thans willen stoppen.
Daarom willen de leden van de fracties van PvdA en van de VVD, voor
zover zij niet aan de bestuurstafel zitten met een motie komen waarin
staat, dat, alvorens een besluit wordt genomen over punt 13 van de agende
een beslissing moet vallen over de vraag in hoeverre thans nog hand-
having van het 3e lid van art. 152 van de Algemene politieverordening juist
is te achten. Zij verzoeken tevens aan burgemeester en wethouders al het
nodige te doen, opdat in de eerstvolgende raadsvergadering kan worden
beslist omtrent de handhaving of schrapping van het derde lid van dat
artikel en te besluiten de behandeling van punt 13 van de agenda aan te
houden totdat een beslissing als bovenbedoeld is gevallen.
Mr. Pliester gelooft, dat de raad zich moet bepalen tot het punt waar
het nu om gaat. Het betreft een bestaande verordening, waarvan blijkt,
dat zij misschien niet helemaal waterdicht is. Het lijkt spreker in ieder
geval van belang, dat geldende verordeningen zodanig zijn geredigeerd,