237
29 oktober 1959.
winkeliersverenigingen enz. hierover worden gehoord. Spreker weet niet
of zo'n enquete in één maand gehouden kan worden. Daar is een zekere
voorbereiding voor nodig. Maar wat let de raad om de geldende bepaling
rond te maken en voorts burgemeester en wethouders uit te nodigen om
eens na te gaan of het nog wel dienstig is dat deze bepaling in de politie-
verordening wordt gehandhaafd.
De heer Brink vraagt, waarom het nodig is de politieverordening te wij-
zigen als toch door de bedoelde persoon geen automaten in de stationshal
mogen worden geëxploiteerd.
De Voorzitter antwoordt, dat toevalligerwijze vanmorgen van de Neder-
landse Spoorwegen een brief is ontvangen welke hem nog meer overtuigd
heeft van de noodzakelijkheid om de politieverordening aan te vullen.
Deze brief luidt:
„Uit het schrijven van Mr. J. van Bruggen, lid van de le Kamer der Sta-
ten Generaal, van welk schrijven de directeur-generaal van het verkeer
ons afschrift zond, lazen wij, dat in Uw gemeente een politieverordening
bestaat met betrekking tot verkoop van tabaksautomaten welke zich be-
vinden op of aan de weg. Mr. van Bruggen was van mening, dat verkoop
uit tabaksautomaten in de vestibule van het station Heemstede in strijd
zou zijn met deze verordening. Indien in de verordening inderdaad sprake
is van automaten op of aan de weg, komt het ons voor, dat zij niet van
toepassing zal zijn op automaten in de stationsvestibule. Wij zouden het
ten zeerste op prijs stellen, indien U ons Uw mening ten dezen zoudt willen
kenbaar maken".
Hieruit blijkt dus, dat de spoorwegen niet ongenegen zijn om automaten
te plaatsen. De spoorwegen houden dus blijkbaar geen rekening met de
bepalingen van de tabakswet. Maar als de spoorwegen horen dat het dus
niet kan, zullen zij misschien overgaan tot het inrichten van een restau-
ratie en dan komt er nog een concurrent bij.
De heer Hopstaken heeft zo juist gezegd, dat maar 2 sigarenwinkeliers
voor het plaatsen van automaten zijn. Dit zal door een enquête uitgemaakt
moeten worden. Spreker dringt er nogmaals op aan om het voorstel van
burgemeester en wethouders nu te aanvaarden. Burgemeester en wethou-
ders zullen dan daarna nagaan of deze bepaling in de politieverordening
gehandhaafd moet blijven.
De heer Zegwaart zegt, dat de motie niet nodig is nu burgemeester en
wethouders toezeggen dat zij een onderzoek zullen instellen bij de betrok-
ken winkeliers. Het resultaat daarvan kan dan rustig worden afgewacht.
Mr. Rutgers trekt zijn motie in.
De Voorzitter zegt, dat het in te stellen onderzoek zich alleen zal uit-
strekken tot de sigarenwinkeliers.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
XIV. KREDIET VOOR VERVANGING OF VERNIEUWING VAN
BUIZEN VAN DE CENTRALE VERWARMING IN HET
GEZONDHEIDSHUIS.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
157. Vervanging of vernieuwing van buizen van de centrale verwarming
in het gezondheidshuis.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.