160
2e afd.
26 november 1959.
FINANCIÉLE MOEILIJKHEDEN BIJZONDERE KLEUTERSCHOLEN.
Aan de Raad,
Hierbij delen wij U mede, dat Gedeputeerde Staten van Noordholland in
hun brief van 14 oktober 19,59, no. 285 bedenkingen hebben geopperd tegen
de voorwaarde onder 6 van Uw besluit van 29 januari 1959, no. 16 tot op-
heffing van de financiële moeilijkheden van de bijzondere kleuterscholen
in onze gemeente.
Gedeputeerde Staten achten het voor de schoolbesturen bezwarend, dat
blijvend afstand van de rijksvergoeding moet worden gedaan en geven in
overweging deze voorwaarde zodanig te redigeren, dat de schoolbesturen
afstand doen van de rijksvergoeding, bedoeld in artikel 126 der Kleuter-
onderwijswet, tot een bedrag, gelijk aan het totaal van de door de gemeen-
te te betalen uitkeringen, vermeerderd met een billijke rentevergoeding.
Het wil ons voorkomen, dat er aanleiding bestaat de redactie van genoemde
'voorwaarde in overeenstemming met het vorenstaande te wijzigen, waar-
bij wij de door de schooibesturen te betalen rentevergoeding zouden willen
bepalen op het renteomslagpercentage, hetwelk bij de voorlopige vast-
stelling der gemeente-rekening wordt aangehouden.
Tevens behoort onder de voorwaarden sub 6 en 7 van eerdervermeld
raadsbesluit de aanhaling van artikel 42 der Kleuteronderwijswet achter-
wege te blijven, aangezien dit wetsartikel betrekking heeft op de rijksver-
goeding voor de openbare kleuterscholen.
Tenslotte achten wij het bij nadere beschouwing wenselijk de redactie
van de voorwaarde onder 2 van genoemd raadsbesluit te herzien in dier
voege, dat voor vervreemding van onroerende bezittingen van de bijzon-
dere schoolbesturen slechts toestemming van ons college vereist is wan-
neer deze vervreemding betrekking heeft op gebouwen en terreinen ten
dienste van het kleuteronderwijs.
In verband met het vorenstaande stellen wij U voor tot vaststelling van
bijgaand ontwerp-besluit tot wijziging van Uw besluit van 29 januari 1959,
no. 16 over te gaan.
Heemstede, 11 november 1959.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.