179
4e Afd.
17 december 1959.
SIGARETTENAUTOMATEN.
Aan de Raad,
Ingevolge onze toezegging in Uw vergadering van 29 oktober 1959 heb-
ben wij bij de sigarenwinkeliers een enquête ingesteld naar hun oordeel
over de wenselijkheid van het handhaven van het verbod, genoemd in ar-
tikel 152, derde lid, der Algemene Politieverordening inzake het hebben
van tabaksartikelen in automaten.
De op grond van deze enquête ontvangen 21 antwoorden alsmede een
exemplaar van onze aan de sigarenwinkeliers gezonden circulaire liggen
ten Raadhuize voor U ter inzage.
De resultaten van de enquête kunnen wij als volgt samenvatten:
Op de vraag:
Acht U, in verband met de bepalingen der Algemene Politieverordening,
welke beogen het roken door kinderen tegen te gaan, handhaving van
het verbod, genoemd in artikel 152, derde lid, der Algemene Politie-
verordening terzake van sigarettenautomaten nuttig c.q. noodzakelijk
antwoordden 13 winkeliers bevestigend en 6 winkeliers ontkennend. Op
één formulier werd deze vraag niet beantwoord, terwijl het antwoord op
een ander formulier zodanig was gesteld dat wij ons geen oordeel over
de bedoeling hebben kunnen vormen. Voor de motivering van de inge-
zonden antwoorden mogen wij U verwijzen naar de enquête-formulieren.
Naar aanleiding van de vraag:
Tot welke beschouwingen geeft het verbod van artikel 152, derde lid,
der Algemene Politieverordening U overigens nog aanleiding
betoogden 16 winkeliers waarom zij tegen en 3 winkeliers waarom zij voor
cq. niet tegen opheffing van het verbod zijn. Twee winkeliers gaven geen
nadere beschouwingen.
De uitkomst van de enquête heeft ons geen aanleiding gegeven ons
standpunt t.a.v. het verbod te herzien en een wijziging van de Algemene
Politieverordening aan U voor te stellen.
Heemstede, 2 december 1959.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.
Behoort bij de notulen van de openbare raadsvergadering van 17 decem-
ber 1959. 7
De secretaris,
iorzitter,