17 december 1959. 262 evenmin. De raad van een aantal jaren terug, waarvan verschillende leden thans nog aan de tafel zitten, was ook niet geporteerd voor de automaten. Nu loopt plotseling een aantal leden warm voor de winkelende sigaretten- rokers. Er is lang gevochten voor een redelijke sluitingstijd van de winkels, terwijl door de automaten de winkeliers worden gebonden. Bij dispensatie van bepalingen van de winkelsluitingswet laat men het oordeel van de middenstand toch ook zwaar wegen en luistert men naar de stem van de meerderheid. Maar spreker wil dit argument desnoods nog terzijde stellen. Het beste argument lijkt hem toch, dat de raad, door het 3e lid van art. 152 te laten vallen, er aan medewerkt, dat de eerste leden van dit artikel, die uit een oogpunt van volksgezondheid in het leven zijn geroepen, om hals worden gebracht. Door het plaatsen van automaten wordt de mogelijkheid van het verkrijgen van sigaretten, ook voor kinderen van 14 jaar en jonger, belangrijk vereenvoudigd. Natuurlijk is het zo, dat dit de winkeliers die tegen het plaatsen van automaten zijn, niet zozeer ter harte gaat. Spreker gelooft zelfs, dat, wanneer aan hen de vraag was voorgelegd of zij er be- zwaar tegen hebben dat de leeftijd van 14 tot 13 jaar wordt teruggebracht, er weinig ja-zeggers uit de bus zouden zijn gekomen. De winkeliers zijn in hoofdzaak tegen automaten omdat het plaatsen daarvan een grote kapi- taalsinvestering vraagt; om de volksgezondheid maken zij zich niet zo druk. Spreker meent, dat men dit in alle eerlijkheid, ook in het bijzijn van de heer Hopstaken, mag zeggen. De overheid is echter verantwoordelijk voor de volksgezondheid. De voorbeelden liggen hier voor het grijpen. Dit is het enige argument dat men in het voorliggende geval ten volle mag laten gelden. Spreker neemt aan, dat verschillende raadsleden, evenals spreker, geschrokken zullen zijn van de ontstellende cijfers die door een onderzoek op een groot aantal lagere scholen in Amsterdam aan het licht zijn gebracht. Bij dit onderzoek is nl. gebleken, dat een groot aantal leer- lingen van de 5e en 6e klassen der scholen, van het sigaretten roken een dagelijkse gewoonte had gemaakt, soms met een vrij sterke frequentie. Men mag gerust aannemen, dat de automaten hiertoe in versterkte mate hebben bijgedragen. Een aantal jaren terug had de gemeente Alkmaar ook automaten. Uit een oogpunt van volksgezondheid heeft de raad na enige tijd het hebben van automaten verboden. Toen kort geleden de zaak op- nieuw aan de orde kwam, heeft men andermaal, op grond van de volks- gezondheid, het verbod gehandhaafd. De uitslag van het amsterdamse onderzoek was daar niet vreemd aan. Alleen op grond van de volksgezond- heid, spreker laat de bijkomstige argumenten nu verder rusten, zou hij de raad willen ontraden het derde lid van art. 152 der A.P.V. te laten ver- vallen. De belangen van de volksgezondheid en dus het algemeen belang, spreker behoeft hier zeker niet speciaal aan kinderen te denken, moeten in dit geval prevaleren boven de vrijheid van een enkeling. De heer Verhoeven heeft met genoegen geluisterd naar het betoog van de heer Verkouw waarmede hij het helemaal eens is. Er zijn voor spreker nog een paar andere argumenten. Spreker is ook een beminnaar van de vrijheid maar dan in gebondenheid. Als spreker een beminnaar van de vrijheid zou zijn in de mate waarin de heer Brink dat is, dan zou spreker tot de con- clusie moeten komen, dat het niet nodig is voorschriften te maken dat de winkels op een bepaalde tijd gesloten moeten zijn. Het zou toch kunnen zijn dat iemand 's nachts om 2 uur behoefte heeft aan bier of iets anders. Waarom zou dat 's nachts om 2 uur niet kunnen krijgen Waarom maken wij dan al die regelingen voor winkeliers om een bepaald aangewezen middag te sluiten Hierbij heeft de raad toch ook geluisterd naar de mening van de winkeliers. Het betreft hier bovendien geen vrijheid. Het is alleen de vrijheid van een kapitaalkrachtig man tegenover de vrijheid van een niet-kapitaalkrachtig man. Als nl. de kapitaalkrachtige man een paar automaten wil aanschaffen, dan is hij tegenover de kleine man die dat niet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 15