17 december 1959. 268 komt toch ook weer een loonsverhoging. Bovendien is haar heel dikwijls gebleken, dat er bijzonder veel geld wordt uitgegeven voor snoepgoed, geld dat toch beter voor melk gebruikt zou kunnen worden. Alle snoepgoed is waardeloos, behalve chocolade, maar dat wordt nu juist niet veel gvgeven. Als voordeel van de schoolmelk is indertijd genoemd, dat kinderen, die een aversie tegen melk hebben, mevr. Cohen heeft dat ook nog gezegd, in klassikaal verband wel melk willen drinken, maar indertijd is de verstrek- king van schoolmelk afgeschaft omdat er te weinig van de gelegenheid om melk op school te drinken gebruik werd gemaakt. Dat kwam, ook dit is nu gezegd, door de slechte smaak en de slechte smaak kwam door voorverwar- ming in de winter, waardoor velvorming ontstond. Dat het ongezond zou zijn om koude melk te drinken heeft spreekster nooit kunnen inzien. Wel zag het onderwijzend personeel de melk graag vrij snel genuttigd en dan is het drinken van een kwart liter koude melk natuurlijk niet zo plezierig. Spreekster heeft zich wel eens afgevraagd, waarom die liter melk niet over 5 dagen per week werd verdeeld, zodat de kinderen per dag 200 cc zouden krijgen. Dan zou die koude plas misschien ook niet zo erg geweest zijn en het gaat vlugger dan het opdrinken van een kwart liter melk. De kinderen van de lagere klassen kregen op woensdag en zaterdag geen melk, terwijl zij dan juist de hele ochtend op school zijn en niet maar tot 11 uur. De rompslomp van flesjes en geld innen kan inderdaad wel opgeheven worden door het gebruiken van kartonnen bekers en het uitgeven van bonnetjes zoals dat in Velsen gebeurt. Spreekster weet, dat in Apeldoorn, waar met kartonnen bekers wordt gewerkt, de rompslomp voor de onderwijzers inder- daad veel minder is geworden. Er is nog een punt waar de schoolartsen op wijzen, nl. het opvoedende element. Spreekster gelooft, dat beide schoolartsen in onze gemeente er steeds op hameren om de kinderen melk te laten drinken, opdat de ouders dan beseffen hoe belangrijk deze voedselbron is. Het lijkt haar echter, dat de zuivelindustrie, door middel van reclame, zoals de bekende M-brigade, al genoeg propaganda maakt. Ook in de dag- en vrouwenbladen woidt de bevolking op het nut van melkdrinken gewezen. Zij zou burgemeester en wethouders willen aanraden om de oudereommissie de tip te geven op de ouderavond wat meer over de voeding te praten. Daar zou spreekster per- soonlijk heel graag aan mee willen werken. Spreekster heeft in dit betoog getracht duidelijk te maken wat de school- melkvoorziening eigenlijk beoogt. Misschien komt men nu tot de conclusie, dat zij er voor is en dat zij niet zou instemmen met het advies van burge- meester en wethouders, maar dat doet zij wel. Na al deze overwegingen gaat zij toch met haar fractie mee die er niets voor voelt, daarbij in aan- merking nemende de omstandigheden die in deze gemeente heersen, om de schoolmelkvoorziening te subsidiëren. Haar standpunt blijft, dat het in Heemstede niet op de weg van de overheid ligt voor melktoediening te zor- gen en dat dit aan de ouders moet worden overgelaten. Op één punt is spreekster het niet met burgemeester en wethouders eens, nl. dat het niet nodig zou zijn, dat de kinderen in de ochtendpauze iets drinken. Alle onderwijskrachten, alle huisvrouwen, alle kleine kleuters die nog niet naar school gaan, de raadsleden allemaal, drinken om 11 uur een kopje koffie en men heeft er behoefte aan. Waarom zou een schoolkind daar dan geen behoefte aan hebben Spreekster gelooft echter niet, dat het op de weg van de gemeente ligt om daarvoor subsidie te geven. Mevr. van der Meulen zou nog even nader willen ingaan op een aspect dat er h.i. toch wel een klein beetje kaal afkomt en dat is het feit, dat het voor de minder draagkrachtige gezinnen waar schoolgaande kinderen zijn, die dus nog niets inbrengen, zo gemakkelijk zou zijn om aan hen voldoende melk te geven. Spreekster houdt haar hart vast wat de gevolgen zullen zijn wanneer men straks ook nog de huurverhoging krijgt en de melk-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 21