271
17 december 1959.
Pudels Kern van de hele redevoering was, dat mevr. Vriesendorp van haar
fractiegenoten zo moest spreken omdat haar fractie niet de enkele luttele
centen op tafel wii leggen die voor de schoolmelkvoorziening nodig zijn.
Spreker hoopt tenminste niet, dat dit een voorproefje is van de partij-
politiek zoals de raad van Bennebroek dezer dagen een staaltje heeft laten
zien. Dit is toch werkelijk politiek bedrijven in klein formaat. Laat men
dan de moed hebben om tegen de subsidie van het Witte Kruis, het Phil-
harmonisch Orkest of de sport te stemmen. Ten aanzien van het Phil-
harmonisch Orkest zou spreker zich voor kunnen stellen, dat men het
standpunt inneemt, dat wie concerten wil bezoeken de kostende prijs zelf
maar moet betalen. Maar spreker neemt aan, dat dit de VVD te ver zou
gaan. Men laat dus de overheid inspringen om ook de mensen die het niet
kunnen betalen gelegenheid te geven om deze concerten bij te wonen. Wan-
neer mevr. Vriesendorp en haar fractiegenoten zö de geestelijke volks-
gezondheid ter harte gaat, hoeveel temeer zou haar dan de lichamelijke
gezondheid ter harte moeten gaan. Spreker heeft zich afgevraagd of mevr.
Vriesendorp en haar fractiegenoten eigenlijk niet een beetje de regering in
de rug aanvallen, omdat de regering 6 cent per liter voor de schoolmelk bij-
past. Spreker mag er ook nog wel aan herinneren, dat tal van gemeenten
met de schoolmelkverstrekking zijn doorgegaan o.a. de gemeenten Hilver-
sum en Assendelft, de laatste met een grote agrarische bevolking. Spreker
wijst er op, dat de studenten die aan universiteiten studeren, de Neder-
landse staat tonnen per jaar kosten. Hij gaat daar van harte mee akkoord
en hij neemt aan dat mevr. Vriesendorp en de haren dat ook doen, maar
dat men een afwijzend standpunt inneemt waar het in dit geval om de
gezondheid van kinderen gaat, is voor spreker onbegrijpelijk.
Mevr. Vriesendorp gelooft, dat de heer Verkouw haar verkeerd begrepen
heeft. Wanneer schoolmelk werkelijk nodig zou zijn, dan zou zij, ook al
zouden alle schoolhoofden in oproer naar het raadhuis komen, vöôr school-
melkverstrekking stemmen. Maar spreekster is er niet van overtuigd dat
het hier nodig is, ook niet na het s.o.s. van de schoolartsen. De volksge-
zondheid gaat haar natuurlijk ter harte maar zij gelooft niet in een toe-
stand van onvoldoende voeding in deze gemeente. Bovendien gelooft zij niet
dat het nodig is om deze zaak met het Philharmonisch Orkest te gaan ver-
gelijken. Aan het orkest had zij eerlijk gezegd nog helemaal niet gedacht,
maar voor haar ligt dit op een ander vlak. Als de kinderen werkelijk
schoolmelk nodig hebben dan zal haar fractie alles doen om deze te geven.
De heer Verkouw: ,,Dat cijfer van 183 ouders gaat u dus niet ter harte?"
Mevr. Vriesendorp zegt, dat het feit dat van de 183 ouders er 141 voor
schoolmelkverstrekking zijn, haar totaal niets zegt als zij niet weet hoe de
vragen in de enquete gesteld zijn. Bovendien kan men uit de antwoorden
van een enquete, dat heeft men met de automatengeschiedenis wel gezien,
van alles halen zoals men het zelf maar wil. Zo heeft spreekster in de brief
van de oudercommissie gelezen, dat er 8 ouders waren die niet voor school-
melk waren omdat het hun financieel te bezwaarlijk was, Volgens spreek-
ster hebben juist de kinderen van die ouders schoolmelk nodig omdat de
ouders geen melk kunnen bekostigen. Daarom zegt spreekster het genoemde
getal helemaal niets.
De heer Zegwaart zegt, dat, wanneer de betreffende opmerking van
mevr. Vriesendorp niet zou worden weersproken, men de gedachte zou
kunnen krijgen, dat alle ouders hun kinderen maar snoep toedienen en ze
niet van het nodige en goede voedsel voorzien. Mevr. Vriesendorp zal het
waarschijnlijk wel niet zo bedoeld hebben, maar spreker wil daartegen toch
een woord van protest laten horen omdat hij er van overtuigd is, dat er
heel wat ouders zijn, die hun kinderen geen snoep geven en ook niet het
geld hebben om hun kinderen melk te laten drinken. In dit verband zou het