17 december 1959.
274
Wethouder Van Wijk antwoordt, dat het hem bekend is dat de Bredero-
laan slecht verlicht is. Spreker hoopt voor de bewoners van die laan, dat
zij in het algemene plan tot verbetering van de straatverlichting spoedig
aan de beurt zal komen, maar het is helaas niet de enige laan die op ver-
betering wacht.
Wethouder Van Lent dankt, mede namens zijn collega-wethouders voor
de verhoging van de jaarwedde van de wethouders.
De Voorzitter zegt:
„Voordat dit jaar de hamer voor de Iaatste keer valt, wil ik niet na-
laten U te danken voor de prettige geest en sfeer die in het afgelopen jaar
in deze vergaderingen hebben geheerst. Het is geen vruchtbaar jaar ge-
weest. Het is een cri de coeur, die ik aan het einde van dit jaar toch wel wil
uiten, dat wij financieel door Den Haag toch eigenlijk aan handen en
voeten gebonden zijn, doordat wij niet de geldeiijke middelen hebben welke
wij behoeven om dringende initiatieven te kunnen realiseren. Ik hoop innig,
dat in het komende jaar, de raad dezer gemeente de nodige besluiten zal
kunnen nemen opdat wij met onze voorzieningen niet ten achter raken.
Wij kunnen op het ogenbiik alleen maar een beetje conserveren en zo
weinig doen aan de ontwikkeling van onze gemeente zoals wij die in de
toekomst zien. Wij moeten stil blijven staan en dat betekent achteruitgang.
Ik hoop dat U en Uw gezinnen in het nieuwe jaar veel heil en zegen zal
toevallen."
De heer Van der Linden, nestor van de raad, antwoordt:
,.Ik mag U namens de raad wel hartelijk dank zeggen voor de goede
wensen die U tot ons hebt gericht. Dat de besprekingen dit jaar prettig
verlopen zijn ligt ook voor een groot gedeelte aan Uw ieiding, waar wij U
zeer erkentelijk voor zijn. Ook wij wensen U en degenen die U dierbaar
zijn, een gezegend nietjwjaar toe." (applaus)
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.