249
17 deeember 1959.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
182. Jaarwedde der wethouders
De Voorzitter zegt, dat door gedeputeerde staten de mogelijkheid is ge-
opend om de salarissen van de wethouders met ingang van 1 januari 1960
nader te bepalen op f 6000,Doordat de betreffende brief van gedepu-
teerde staten eerst vandaag is ontvangen, bestond er geen gelegenheid dit
voorstel eerder in te dienen.
De heer Zegwaart is door het op dit ogenblik indienen van het voorstel
onaangenaam verrast. Dit maakt op hem min of meer de indruk dat het
voorstel er even doorgedrukt moet worden en daar vindt hij deze zaak
toch wel een beetje te belangrijk voor. Als hij ziet dat een verhoging van
pl.m. 25% wordt voorgesteld dan gelooft hij, dat er voor de raadsleden alle
aanleiding is om deze zaak rustig in de fractie en met de fracties te be-
spreken. Spreker stelt daarom voor dit punt van de agenda af te voeren
en in de volgende raadsvergadering opnieuw aan de orde te stellen.
De Voorzitter zegt, dat meerdere malen in de raad de wens naar voren
is gekomen om de salarissen van de wethouders te verhogen. Nu daartoe
de gelegenheid aanwezig is, heeft hij gemeend zo spoedig mogelijk dit
voorstel te moeten doen omdat de verhoging per 1 januari a.s. zal ingaan.
Van doordrukken is bij hem geen sprake.
De heer Verkouw wijst er op, dat het voorstel kennelijk de indruk geeft,
dat het alleen gaat om verhoging van de jaarwedde van de wethouders
in de gemeente Heemstede; het gaat echter om verhoging van de wedden
van de wethouders van alle gemeenten in Noordholland. Misschien heeft
de heer Zegwaart de indruk gekregen dat het speciaal om Heemstede zou
gaan.
De heer Zegwaart zegt, dat hij het voorstel maar terloops heeft kunnen
Iezen. Enerzijds wordt daarin gezegd, dat de salariëring van de wethou-
ders niet gekoppeld kan worden aan die van de ambtenaren, maar toch
beroept men zich op het loon- en salarispeil. Er is op het ogenblik in ons
land verschrikkelijk veel te doen over een verhoging van 3 4 voor
het overheidspersoneel en dan gaat het z.i. niet aan om een verhoging van
ongeveer 25 voor de wethouders zo plotseling voor te stellen. Hij wil
nog eens herhalen dat het de indruk maakt dat dit voorstel er even door-
gedrukt moet worden omdat de raad nu geen gelegenheid krijgt om deze
zaak eens rustig in de fracties te bespreken.
Mevr. van der Meulen heeft het voorstel van de burgemeester nog niet
eens gelezen. Zij vraagt of het antwoord vôör een bepaalde tijd bij gedepu-
teerde staten moet zijn ingediend.
De Voorzitter antwoordt, dat van het besluit van de raad aan gedepu-
teerde staten moet worden kennis gegeven. De bedoeling is de verhoging
te doen ingaan per 1 januari 1960. Spreker wil nogmaals verklaren, dat het
geenszins zijn opzet is om dit voorstel er door te drukken. Omdat het in
het voornemen ligt de wethouderssalarissen in de gehele provincie te
verhogen en hij meende te weten dat de raad algemeen van mening was,
dat, zodra die mogelijkheid kwam, daarvan gebruik moest worden ge-
maakt, heeft spreker aangenomen dat de raad zich met een dergelijk
voorstel volkomen zou kunnen verenigen.
Mevr. van der Meulen heeft geen bezwaar tegen het voorstel op zich-
zelf, maar tegen het feit dat meerdere leden het stuk niet hebben gelezen.
Het is h.i. erg moeilijk om een besluit te nemen waarvan men de toelich-
ting niet eens heeft gelezen.