17 december 1959.
250
De Voorzitter zegt, dat de toelichting zo summier mogelijk is gehou-
den omdat hij niet had verwacht dat het voorstel tot moeilijkheden aan-
leiding zou geven. Naar aanleiding van het door de heer Zegwaart gespro-
kene in verband met de salarissen vab de ambtenaren, wijst spreker er op,
dat een wethouder geen ambtenaar is, zodat men geen vergelijking i.z. de
salarissen mag trekken.
Mr. Butgers is er van overtuigd, dat het niet de bedoeling van de voor-
zitter is geweest om dit voorstel er door te drukken. Zijn fractie betreurt
het toch wel, dat deze zaak zo plotseling ter tafel komt en dat niet te
voren telefonisch contact is opgenomen met de fractievoorzitters, zodat er
nog tijd geweest zou zijn om een standpunt te bepalen. Spreker ziet op het
ogenblik geen enkel dringend belang dat deze zaak nu beslist wordt. Er
kan altijd aan een te nemen besluit terugwerkende kracht verleend wor-
den. Nu er misschien enkele bezwaren tegen het voorstel zijn gelooft spre-
ker, dat het beter is het voorstel aan te houden.
De heer Verhoeven heeft er persoonlijk geen bezwaar tegen om er nu
over te stemmen, hoewel hij het overigens volkomen met de heer Rutgers
en anderen eens is, dat het voorstel eigenlijk wel erg plotseling komt.
Hoewel spreker zich kan voorstellen dat er leden zijn die er bezwaar tegen
hebben om thans te beslissen, kan hij er mee akkoord gaan dat dit besluit
thans niet wordt uitgesteld.
De Voorzitter zegt, dat het bericht van gedeputeerde staten vanmorgen
pas is ingekomen. Spreker had het prettige gevoel de wethouders met
deze verhoging van hun wedde te kunnen verrassen. Doordat de secre-
taris vanmorgen niet aanwezig was, is het maken van het voorstel wat
hals over kop gegaan. Het betreft hier een verhoging van de jaarwedden
der wethouders van alle gemeenten in de provincie.
De heer Verhoeven vindt het onjuist om te zeggen dat het hier een ver-
hoging van 25 betreft. Dit voorstel heeft naar sprekers mening niet zo
erg veel te maken met een salarisverhoging van ambtenaren.
De Voorzitter wil toegeven, dat het zijn schuld is dat dit voorstel zo
plotseling aan de raad is voorgelegd. Maar nu het eenmaal aan de orde is,
zou hij toch wel graag zien dat het voorstel niet werd aangehouden omdat
dit tot verkeerde conclusies aanleiding kan geven.
Mevr. van der Meulen zegt, dat er een zin in het voorstel voorkomt die
haar te denken geeft, n.l.„Naar gedeputeerde staten in hun hierboven
aangehaalde brief mededelen, zijn zij tot dit voornemen in het bijzonder
gekomen door de recente ontwikkeling op het gebied van het loon- en sa-
larispeil."
De Voorzitter antwoordt, dat hij natuurlijk nooit verantwoordelijk kan
zijn voor uitdrukkingen die door andere instanties worden gebruikt. Spre-
ker heeft deze zin zonder meer uit het toegezonden schrijven overgeno-
men. Men hoeft het met dit argument helemaal niet eens te zijn. Het gaat
er echter alleen over, hetgeen ook meermalen in de raad naar voren is
gekomen, dat de salarissen van de wethouders voor een gemeente als Heem-
stede aan de lage kant zijn. Nu de mogelijkheid is geschapen om deze
te doen verhogen heeft spreker een beetje vlug gewerkt om de wethouders
te kunnen verrassen.
De heer Verkouw zou zelf niet zoveel moeite met dit voorstel hebben
omdat hij toch wel gelooft dat Heemstede in de pas moet blijven lopen,
maar aan de andere kant is het zo, dat gedeputeerde staten het initiatief
aan de raad willen geven. De jaarwedde van de wethouders wordt door
gdeputeerde staten vastgesteld, de raad gehoord. Nu er verschillende stem-
men opgaan die van dat recht gebruik willen maken, meent spreker, dat
