2,51 17 december 1959. het aanbeveling verdient om de beslissing nog even uit te stellen, temeer omdat hij gelooft dat gedeputeerde staten niet 15 januari 1960 doch 15 februari 1960 als datum hebben genoemd waarop het advies binnen moet zijn. De heer Zegwaart merkt op, dat er dus op 7 januari a.s. ook nog een beslissing genomen kan worden. De Voorzitter zou het toch wel aardiger en prettiger vinden als het nu gebeurde. Mr. Butgers zegt, dat als de voorzitter de andere leden er van kan overtuigen dat er nu over gestemd zal worden, hij er niet veel over zeg- gen zal. De heer Zegwaart merkt op, dat hij met het door hem gesprokene niets onaangenaams bedoeld heeft. Spreker vindt het toch echt wel een belang- rijk stuk. Hij is dan ook van oordeel, dat het beter is de fracties gelegen- heid te geven om daar eens over te praten. Ir. Kooijmans heeft wel begrip voor het streven van de voorzitter om deze zaak nu af te doen, maar van de andere zijde is er de verantwoorde- lijkheid van de raad. Nu kan het best zijn, dat elk voor zich er van over- tuigd is, dat de jaarwedde van de wethouders moet worden verhoogd, maar spreker zou toch gaarne zien dat hierover eerst in de fracties zou worden gesproken en dat daarna de fracties even met elkaar contact opnamen. De Voorzitter wijst er op, dat in de gehele provincie Noordholland de wethouderssalarissen volgens een bepaald schema zullen worden opge- trokken. Spreker kan zich niet voorstellen dat dit tot discussies aanleiding gaat geven. Nu men in de gelegenheid is om de wedde van de wethouders, die een zeer groot deel van hun tijd aan de zaken der gemeente geven, te verhogen, ziet spreker niet in waarom men dat niet zou doen. Het zou een beetje klein zijn wanneer men dat op de lange baan zou schuiven. Spreker adviseert daarom het voorstel nú maar te aanvaarden. De heer Zegwaart handhaaft zijn voorstel dat wordt ondersteund door mevr. van der Meulen en mevr. Cohen. Uit de gehouden stemming blijkt, dat het voorstel is verworpen met 6 13 stemmen. Vöör het voorstel stemden mevr. van der Meulen en mevr. Cohen en de heren van der Linden, Verkouw, Kemp en Zegwaart. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De wethouders nemen hun zetel weder in. I. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN DER VERGADERING VAN 26 NOVEMBER 1959. De notulen worden zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. II. INGEKOMEN STUKKEN. a. goedkeuring door gedeputeerde staten bij besluit van 18 november 19,59 no. 234, van het raadsbesluit d.d. 29 oktober 1959, no. 154, „Be- perking uitbetaling van weduwen- en wezenpensioenen krachtens de ,,Uitkerings- en pensioenverordening wethouders"." b. idem bij besluit van 9 december 1959 no. 257, van het raadsbesluit d.d. 26 november 1959 no. 163, „Krediet in rekening-courant Bank voor Nederlandsche Gemeenten".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 4