17 december 1959.
256
De Voorzitter wijst de heer Verkouw er op, dat deze grond niet in het
grondbedrijf was ingebracht. Omdat het hier een voorterrein betreft is de
prijs op 10,per m- bepaald. De verkochte grond aan de Bernard
Zweerslaan betrof een stukje achterterrein.
Spreker merkt verder op, dat niet de gehele toegang tot de Bronstee-
vijver wordt verkocht. Er blijft een strook grond voor dat doel eigendom
van de gemeente.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
XI. 2e WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN
INVORDERING VAN RECHTEN WEGENS HET GEBRUIK DER AL-
GEMENE BEGRAAFPLAATS.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
178. 2e Wijziging van de verordening op de heffing en invordering van
rechten wegens het gebruik der algemene begraafplaats van de gemeente
Heemstede.
Mr. Rutgers wijst er op, dat de voorzitter niet het advies van de finan-
ciële commissie ter kennis van de raad heeft gebracht. De financiële com-
missie zou n.l. gaarne zien, dat ten aanzien van het gebruik van de aula
en de aldaar te maken muziek een uniform tarief in rekening werd ge-
bracht. Als spreker iets haat, dan haat hij bij begrafenissen het verschil
in klasse. Dat wil niet zeggen, dat hij niet erkent, dat er verschillende be-
talingsmogelijkheden moeten zijn. Hij constateert met genoegen dat door
burgemeester en wethouders bij het bepalen der begrafenisrechten geen
klassen zijn gemaakt, omdat men het verschil in prijs heeft afgemeten
naar aanleiding van de tijd waarvoor een graf wordt verkregen. Dit gaat
echter naar zijn idee niet ten volle op voor de gelijke dienst van het ge-
bruik van de aula en het spelen van muziek. Spreker vraagt of er bij deze
dienst ook verschil in behandeling aanwezig is. Hij zou het n.l. bijzonder
betreuren wanneer bij het begraven verschil in behandeling plaats vindt.
Er bestaat natuurlijk voor burgemeester en wethouders de mogelijkheid
om aan onvermogenden ontheffing van betaling te verlenen. Maar waarom
moet men nog verschil maken? Is het bovendien juist, dat, wanneer men
een graf voor lange duur heeft, men daaraan een meerdere betaling ver-
bindt voor de bijkomende diensten van het gebruik van aula en orgel?
Deze norm geeft toch zeker lang niet altijd de betalingscapaciteit aan!
De heer Verkouw merkt op, dat zijn fractie is geschrokken van de dras-
tische verhogingen van de tarieven voor het begraven. Nog in 1956 zijn
de tarieven met 50 verhoogd. Het is zo, dat in verschillende gevallen
het tweevoudige, drievoudige of viervoudige van het bestaande tarief wordt
geheven. Verschillende inwoners hebben spreker hierover benaderd. Burge-
meester en wethouders zeggen in hun voorstel, dat de uitgaven voor de
begraafplaats zo hoog zijn en dat eigenlijk nog alleen maar door verho-
ging van de tarieven, deze uitgaven kunnen worden bestreden. Daarnaast
wordt in het voorstel gezegd: „Uiteraard is deze doelstelling slechts te
verwezenlijken door, naast een efficiënt beheer van de begraafplaats,
waardoor de kosten zo laag mogelijk gehouden worden, de inkomsten uit
dienstverrichting op te voeren." Maar over de vraag of inderdaad dat
efficiënte beheer wordt toegepast en wat voor bezuiniging dit heeft opge-
leverd, zwijgt het voorstel.
Wat het gesprokene door Mr. Rutgers inzake een uniform tarief voor
gebruik van de aula en het maken van muziek betreft, zegt spreker, dat
deze gedachte ook bij de andere leden van de financiële commissie sympa-