56
7 januari 1960.
staat, d.w.z. zolang er reserves zijn, kan er voor de tekorten toch geleend
worden.
Ten aanzien van het muziekonderwijs neemt de heer Corver toch wel tot
op zekere hoogte een eng standpunt in. Het is inderdaad zo, dat het mu-
ziekonderwijs in de eerste plaats een zorg voor de ouders is. Zo zou het
moeten zijn, maar wanneer de ouders hierin niet voorzien, is m.i de
school daarvoor aangewezen. Ik ben van mening, dat hiervoor dan subsidie
moet worden gegeven.
Wethouder Corver heeft voorts met lof over de toestand van de Voor-
wegschool gesproken. Ik ben echter van mening, dat in deze typisch ouder-
wetse school geen modern onderwijs kan worden gegeven. Bovendien moet
er steeds aan het gebouw worden gerepareerd. Vandaag of morgen zakt
het ding nog in elkaar en worden de kinderen er nog onder bedolven.
De heer van Wijk en ik zullen bij gelegenheid wel eens een gesprek
voeren over de salariëring van de ambtenaren en over wat ik daarbij be-
doelde. De heer van Wijk was bang, dat het werk zou opraken, maar ik
ben van mening, dat het tot ploegverkleining leidt. Bovendien wijs ik er
op, dat de gemeente groeit, waardoor het werk toch ook zal toenemen.
Volgens de wethouder zitten de kosten van de piek in de tarieven ver-
disconteerd. Als er een mogelijkheid komt van piekmeting, dan moeten
we die piek belasten door middel van piekmeters, als U begrijpt wat ik
bedoel.
De burgemeester heeft gezegd, dat het gewenst is dat de raadsleden
meer aanwezig zijn bij wat er in de gemeente in het openbaar geschiedt.
Daar ben ik het volkomen mee eens. De raadsleden zullen daar dan uitno-
digingen voor dienen te ontvangen, want voor vele officiële gelegenheden,
waarbij de raadsleden als zodanig aanwezig zouden kunnen zijn, ont-
vangen zij geen uitnodiging. Ik mag daarbij ook wel opmerken, dât het
voor raadsleden-forensen niet altijd mogelijk zal zijn om bij iedere offi-
ciële gelegenheid acte de presence te geven.
Naar aanleiding van de viering van de nationale feestdag op 5 mei wil
ik toch wel opmerken, dat het westen des lands is bevrijd op 5 mei. Ik
ben een keurig westerling en daarom vind ik het toch wel de belangrijkste
datum in het kader der bevrijding. Voordat het westen bevrijd was
was ons land niet bevrijd.
Ik wil nog een opmerking maken over wat de heer Hutgers in tweede
instantie heeft gezegd. Hij vindt dat mijn woorden niet minder zijn als ze
gestencild zijn dan wanneer ze gedrukt zijn. Dat moge waar zijn, maar
als mijn woorden voor het nageslacht bewaard moeten blijven moet dat
dan op zo'n vies stenciltje gebeuren Bovendien, als men mij met gesten-
dld papier gaat bombarderen dan krijg ik per jaar beslist een m- pa-
Pier in huis en dan hoop ik dat burgemeester en wethouders mij er ook
een kastje bij willen leveren om alles in op te bergen. Wij hebben nu een
handig klein formaat en laten we niet kinderachtig zijn door hiervoor
3000, minder uit te geven. We hebben nu van die gemakkelijke dunne
mapjes en als we kastjes krijgen om de notulen in op te bergen vind ik
dit toch wel naar".
De heer Zegwaart vraagt het woord voor een voorstel van orde. Spreker
verwacht, dat het vandaag weer net zal gaan als het de paar laatste jaren
is gegaan, n.l. dat, als straks de behandeling van de eigenlijke begroting
aan de orde komt, deze in een vloek en een zucht zal moeten worden door-
genomen. Daar is spreker sterk tegen. Hij heeft al van meerdere raads-
leden gehoord, dat die er net zo over denken en hij zou daarom het voor-
stel willen doen om, als de behandeling van de begroting om 6 uur niet
klaar is, de vergadering te verdagen naar een door de voorzitter te be-
palen tijdstip, zijnentwege naar de eerstvolgende januari-vergadering.