7 januari 1960. 57 De Voorzitter kan zich begrijpen, dat dit voorstel wordt gedaan, maar de ervaring heeft geleerd, dat de spreeksluizen voornamelijk bij de alge- mene beschouwingen worden opengezet. Daarbij worden al de belangrijke problemen uit het afdelingsverslag besproken, terwijl daarna nog slechts over enkele punten wordt gediscussieerd. Wanneer te verwachten valt, dat het wat later wordt dan 6 uur, b.v. 7 uur, dan zou spreker het toch wel op prijs steilen dat de begroting werd afgehandeld. Spreker wil wel toe- zeggen, ernstig in het college te zullen bekijken of het voor de komende jaren geen aanbeveling verdient de behandeling van de begroting over twee dagen te spreiden. De heer Zegwaart wil daar genoegen mee nemen op voorwaarde, dat de rest van de begroting behoorlijk behandeld wordt en dat alle leden rustig gelegenheid krijgen om te zeggen wat zij te zeggen hebben, alsmede dat de vergadering niet gaat verlopen. Het is n.l. al meer voorgekomen, dat zo om een uur of 6, sommige raadsleden de vergadering verlaten en dat vindt spreker een beetje genant tegenover de leden die blijven. De Voorzitter hoopt dat dit laatste niet zal gebeuren en dat de raads- leden er geen bezwaar tegen zulien hebben iets later thuis te komen. De heer Scheer merkt op, dat het toch in opeenvolgende jaren zo ge- weest is, dat de behandeling van de begroting vanaf half 6 werd afge- raffeld. Er zijn altijd leden die nog over een bepaald onderdeel van de begroting willen spreken en dus niet aan hun trek komen als de verga- dering om 6 uur begint leeg te lopen. Spreker is het voikomen met de heer Zegwaart eens. Hij zou graag zien, dat, wanneer het eenmaai 5 uur is, een nadere beslissing over de voortzetting van de vergadering wordt genomen. Mevrouw van der Meulen zegt: „Ik zal trachten zo kort mogelijk te zijn. Ik zal niet zo in extenso op alle dingen ingaan, want dan zou ik misschien ook 40 minuten nodig hebben en dat is toch wel erg rijkelijk. Laat ik beginnen met in de eerste plaats te zeggen, dat het mij, na de gezellige en goede lunch, een beetje onplezierig heeft aangedaan, dat de heer Rutgers in mijn algemene beschouwing een verkiezingsspeech heeft gezien. Ik geloof, dat de heer Rutgers niet heeft beluisterd, dat ik het heb gehad over de belangen van de gemeentenaren en van de gemeeiente Heem- stede. Niet gezien vanuit het standpunt van de heer Rutgers, maar ge- zien vanuit het standpunt van de P. v. d. A. Ik meen dat het ons goed recht is om een andere kijk te hebben op de noodzaak van het verhogen der plaatselijke belastingen; op wensen die wij van de eerste orde zien en op het probleem van de woningbouw dan de heer Rutgers. Ik zou even- goed kunnen zeggen maar ik doe het niet dat anderen een verkie- zingsspeech hebben gehouden omdat zij het eens zijn met het college^ Het ligt in de reden, dat de P. v. d. A., die in het dagelijks bestuur niet verte- genwoordigd is, bij de algemene beschouwingen meer heeft op te merken dan de andere fracties. De heer Verhoeven heeft hier de remedie voor aan- gegeven n.l. door die lastige vrouw dan maar in het dagelijks bestuur te kiezen, zodat ze haar mond houdt. Ik geloof niet dat dit het geval zou zijn. Het verschil zou alleen geweest zijn, dat ik in een ander college zou zeggen wat ik te zeggen heb. De heer Rutgers heeft verder gesproken over een z.i. minder gewenst jaartallenboekje in gebruik op de Voorwegschool. Ik kan het niet helpen maar ik moet er altijd een beetje om lachen. Dat jaartailenboekje heeft volgens de heer Rutgers de fout, dat daarin het jaar is opgenomen waarin de P. v. d. A. is opgericht. Ik heb echter van bevoegde zijde gehoord, dat dit jaartallenboekje het enige boekje op dit gebied is, dat geschikt is voor een opleidingsschool voor het voortgezet onderwijs. Ik heb al eens aan de heer Corver voorgesteld, dat gevreesde jaartal door te haien of de op-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 57