76
7 januari 1960.
tehuis te bouwen, dan vraagt hij zich af wat het houden van een enquête
voor zm heeft. Bij de afdeling huisvesting zal men voldoende inlichtingen
kunnen krijgen hoeveel mensen van boven 65 jaar hebben gevraagd naar
woonruimte of andere woonruimte, kleinere woonruimte e.d. Het wil spre-
ker voorkomen, dat dit hele vraagstuk op andere wijze moet worden opge-
lost. Hij heeft het getal 160 horen noemen. Het lijkt spreker eerlijk
gezegd een slag in de lucht, een berekening en zo is het ook inderdaad
naar voren gebracht. Hij is van mening, dat het getal 60 juister zal zijn
dan Idü.
De heer Zegwaart: „Laat die enquête dat dan uitwijzen".
Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat het voor hem de grote vraag is
wat men wil enqueteren. Hoe moet zo'n enquête ingericht zijn? Het wil
hem voorkomen, dat dit allemaal de zaak uit het verband rukt. We heb-
ben gehoord dat er een stichting is en nu gaan wij de stichting in de
wielen rijden. Uit de debatten is naar voren gekomen hoe gelukkig het is
dat deze stichting in het Ieven is geroepen. Spreker hoopt, dat die stich-
ting îjverig werkt en dan kunnen wij afwachten wat de resultaten zijn Hij
gelooft met, dat er op dit moment hier een taak voor de gemeente ligt.
Hij en ook het college staan afwijzend tegenover het van gemeentewege
houden van een enquête.
Mevrouw Vriesendorp zegt, dat de wethouder het altijd heeft over en-
quêtes elders en dan bedoelt hij daar Bloemendaal mee. Maar heeft de
wethouder wel eens geprobeerd of er buiten Bloemendaal in andere ge-
meenten inlichtingen te krijgen zijn over gehouden enquêtes op dit gebied
Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat hij geen enkele andere gemeen
te weet waar dergelijke enquêtes gehouden zijn.
De Voorzitter ondersteunt hetgeen de wethouder heeft gezegd.
DeVoorzitter brengt vervolgens de motie in stemming, welke wordt aan-
genomen met 137 stemmen.
Tegen de motie stemden de heren Kooijmans, Pliester, Kemp Verhoe-
ven en de wethouders Corver, van Wijk en van Lent.
De heer Zegwaart wil nog even terugkomen op zijn voorstel van orde.
Omdat spreker ziet aankomen dat de vergadering om half 8 nog niet afge-
lopen zal zijn, verzoekt hij om zijn voorstel in stemming te brengen.
De Voorzitter zegt, dat nu begonnen kan worden aan de behandeling van
het afdelingsverslag. De kernpunten daaruit zijn reeds in de algemene be-
schouwmgen besproken, zodat spreker niet verwacht dat de verdere be-
handelmg van de begroting nog veel tijd zal vergen, Spreker zou daarom
tot 7 uur willen doorgaan. Indien de behandeling van de begroting dan
nog met klaar is, zou hij de vergadering op een andere dag willen voort-
zetten.
De heer Verhoeven gelooft niet dat de begrotingsbehandeling om 7 uur
îs afgeiopen. Het lijkt hem daarom beter nu maar de vergadering af
lg DreKen.
De heer Zegwaart wijst er op, dat de laatste 2 uur al onder de zweep van
de tijdnood wordt vergaderd want degenen die in die tijd aan het woord
zijn geweest, hebben zich allemaal bekort en gehaast.
Spreker vraagt het college of het geen aanbeveling zou verdienen met
het semorenconvent te gaan overwegen hoe de behandeling van de be-
grotmg m de toekomst zal dienen te geschieden. Of men moet zich bij de
algemene beschouwingen beperken uitsluitend tot de zaken van de ge-
meente, waardoor heel wat tijd gewonnen zou kunnen worden, of men
