11
4e afd.
28 januari 1960.
BEBOUWINGSVOOBSCHRIFTEN, DEEL UITMAKENDE VAN HET
UITBREIDINGSPLAN-IN-ONDERDELEN, AANGEDUID ALS
„PLAN MARIENHEUVEL".
Algemene Bepalingen
Begripsbepalingen
Artikel 1.
In deze voorschriften wordt verstaan onder:
1. het uitbreidingsplan
het uitbreidingsplan-in-onderdelen van de gemeente Heemstede, aange-
duid als „Plan Mariënheuvel" vervat in de sub. 2 bedoelde kaart en in
deze bebouwingsvoorschriften
2. de kaart
de tekening no. 4.54 D. 2 met bijbehorende aanwijzingen, waarop is
aangegeven het sub. 1 bedoelde uitbreidingsplan, en welke door burge-
meester en wethouders van de gemeente Heemstede zijn gewaarmerkt;
3. eengezinshuis
een woonhuis, bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één gezin.
Bestemmingsbepalingen.
Gronden, bestemd voor bijzondere bebouwing
Artikel 2.
1. De gronden, bestemd voor bijzondere bebouwing, zijn uitsluitend be-
stemd voor bebouwing met gebouwen voor culturele en sociale doel-
einden, of ten dienste van de volksgezondheid, zoals ziekenhuizen, her-
stellingsoorden, tehuizen voor ouden van dagen, e.d. en daarbij beho-
rende niet voor bewoning bestemde bijgebouwen, alsmede ten hoogste
per hoofdgebouw of inrichting drie eengezinshuizen, ten behoeve van
personeel, in de gebouwen of op het terrein werkzaam, met dien ver-
stande, dat:
a. de gebouwen aangegeven met a. niet meer mogen bevatten dan be-
gane grond, een verdieping en een zolderverdieping;
b. het totaal te bebouwen oppervlak tezamen met het oppervlak van
de op de kaart aangegeven aanwezige bebouwing, ten hoogste 2520
m2 zal mogen bedragen;
c. de goothoogte van de gebouwen ten hoogste 7.00 m mag bedragen.
2. De onder deze bestemming vallende gronden, welke niet worden be-
bouwd, worden geacht de bestemming ,,park en tuin" te hebben.
Park en tuin.
Artikel 3.
De gronden, bestemd voor park en tuin, mogen niet worden bebouwd.