19 6e afd. 28 januari 1960. BEVOLKINGSONDERZOEK OP LONGAEWIJKINGEN. Aan de Raad, Bij de behandeling van de gemeentebegroting voor 1959, in Uw vergade- ring van 11 december 1958, hebben wij toegezegd, dat in de loop van 1959 een bevolkingsonderzoek op longafwijkingen van de inwoners dezer ge- meente zou plaats hebben. In Uw vergadering van 23 april 1959 antwoordden wij op een vraag van een der leden van Uw Raad, dat de voorbereidingen van het onderzoek zo- veel mogelijk zouden worden bespoedigd. In ons voorstel d.d. 28 mei 1959, no. 95 tot mechanisatie van de bevol- kingsadministratie hebben wij uiteengezet, dat door de in 1959 gehouden tussentijdse stemming ter verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de voorbereiding van de doorlichting noodgedwongen voor enige tijd naar de achtergrond moest worden verschoven, doch dat ons in- middels gebleken was, dat deze voorbereiding aanmerkelijk zou worden ver- eenvoudigd wanneer de administratie van het bevolkingsregister gemecha- niseerd zou zijn. Aan deze mechanisatie is sindsdien gestadig gewerkt. Het tempo dat geraamd was kon echter, door gebrek aan deskundig personeel bij de firma, die de eerste inrichting van de gemechaniseerde bevolkingsboek- ding heeft verzorgd, niet bereikt worden, zodat deze inrichting pas dezer dagen is voltooid. Inmiddels hebben wij contact opgenomen met het Consultatiebureau van de N.H. Vereniging tot bestrijding der tuberculose en met het Centraal Bureau voor Keuringen op medisch-hygiënisch gebied te 's-Gravenhage. Deze beide instanties hebben medegedeeld, dat het onderzoek op zijn vroegst zal kunnen plaats hebben in maart 1960. Deze tijd is ook voor het gemeen. telijke administratieve apparaat het minst storend, omdat het onderzoek, waarmede 3 weken gemoeid zullen zijn, afgelopen zal zijn wanneer de voorbereidingen voor de volkstelling 1960, die per 31 mei 1960 zal worden gehouden, in een dringend stadium zullen komen. Het onderzoek kan in deze gemeente het beste plaats hebben met ge- bruikmaking van de onderzoek-auto van het Bureau voor Medische Keu- ringen. Deze auto zal op verschillende punten gestationeerd worden, waar- door de afstand voor het publiek tot het doorlichtingsapparaat voor nage- noeg niemand een bezwaar behoeft te zijn. De schoolgaande kinderen, alsmede de kinderen beneden de leerplichtige leeftijd, mogen, overeenkomstig besluit van het Centraal College voor Bevolkingsonderzoek, niet in het onderzoek begrepen worden. Eerstgenoem- den niet omdat bij hen, via de scholen, door middel van een tuberculine- reactie reeds in het onderzoek voorzien wordt, laatstgenoemden niet om- dat deze kinderen door zuigelingen- en kleuterzorg al in voldoende mate onder controle staan. Voor onderzoek komen naar schatting ongeveer 18000 personen in aan- merking. De maximale opkomst wordt door het Centraal Bureau voor Me- dische Keuringen geraamd op 9.000 10.000 personen. Het percentage van opkomst wordt niet hoger verwacht dan 50, omdat een niet onbe- langrijk deel van de bevolking, uit hoofde van zijn werkkring dan wel particulier, al regelmatig wordt doorgelicht. Het Centraal Bureau brengt in rekening f 1,25 per onderzocht persoon. De aan het Bureau te betalen kosten zullen dus naar schatting belopen 9500 x f 1,25 11.875,— 1.500,— kosten van drukwerk, porti en administratie f 13.375,-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 69