197 28 april 1960 dan komt de narigheid, want dan zal men het beleven dat de wonlng-en in strokenbouw uitgevoerd, gemeden zullen worden. Mensen die in dergeliike woningen wonen, klagen over de onvrijheid en zij, die het van nabij mee- gemaakt hebben doordat ze naaste familie zijn van degenen die in stro- kenbouw-woningen wonen, zijn daar ook helemaal niet over te spreken. Mevrouw v. d. Meulen heeft aangevoerd, dat de strokenbouw zodanig is geprojecteerd, dat alle woningen zoveel mogelijk zon zulien krijgen Nu doet zich echter het merkwaardige geval voor, dat de voorgevels der wonmgen naar de zonzijde staan gekeerd. Spreker behoeft toch niet te zeggen, dat het voor de bewoners en speciaal voor de huisvrouw, prettig is wanneer de zon juist aan de achterzijde op het huis staat, 'met het oog op de was en dergelijke en voor de huisvaders om eventueel iets te kweken in bakjes. Het gaat niet op om te zeggen, dat ze dit ook aan de voorkant kunnen doen, want dan is de chaos volkomen. Wanneer de men- sen de was aan de voorzijde gaan hangen en allerlei kiusjes waarmede de zon mee van node is aan de voorzijde gaan doen, dan is het hek van de dam. Bovendien zitten de mensen toch liever een beetje besloten tussen een schuur en een zijheining wanneer ze rustig in het zonnetje willen zitten. Maar niet aan de voorzijde. Op de zonkwestie zou spreker toch de nadruk willen leggen. Of men nu rijen van 4 woningen of 6 of 8 bouwt doet aan het genoemde bezwaar niets af. Het is om die reden dat spreker niet vöôr het voorstel kan zijn, althans wii hij geacht worden fel tegen het onderdeel strokenbouw te zijn. Onder dat voorbehoud wil spreker met het voorstel van burgemeester en wethouders meegaan, omdat hij voelt dat, wat het zwaarst is, het zwaarst moet wegener moeten nu eenmaal woningen gebouwd worden. Spreker heeft zich verbaasd over het bezwaar van de heer Zegwaart tegen het betalen door de huurders van het tuinonderhoud. Als voor 60 cent per week de voor- en achtertuin wordt aangelegd, waar nodig nieuw gras wordt ingezaaid en in de loop van het seizoen de bloemdra- gende plantjes worden verwisseld, dan zai iedere huurder blij zijn dat hij er met 60 cent per week van de kosten voor de tuin af is. De heer van der Hinden is het voor een groot deel eens met hetgeen me- vrouw v. d. Meulen en de heer Zegwaart hebben gezegd. De heer Scheer verbaast zich er over, dat er bezwaar gemaakt is tegen een vergoeding van 60 cent per week voor het onderhoud van de voor- en achtertuinen. Spreker heeft al meermalen bezwaar gemaakt tegen het betalen van het onderhoud van de binnentuinen door de huurders. Het gaat trouwens niet, zoals de heer Scheer zegt, over de voor- en achtertuin, want de achtertuin moeten de mensen zelf onderhouden. Het gaat om het bedrag dat betaald moet worden voor onderhoud van het binnenterrein aan de achterzijde van de woningen. Op andere plaatsen in de gemeente, waar het plantsoen en in veel grotere mate aan de voorzijde van de woningen ügt, hoeft men er niets voor te betalen. Voor het overige kan spreker zich met het voorstel volkomen verenigen. Spreker wil nog even herinneren aan het gesprokene door mevrouw v. d. Meulen over een toeslag van f 2,in de huur van degenen die deze niet kunnen betalen. In de commissie voor openbare werken heeft de wethouder gezegd, dat die vergoeding van f 2,niet sloeg op de wo- ningen, maar op de bewoners die daar in zouden komen. Spreker heeft het natuuriijk moeten geloven, maar hij zal met belangstelling aan- horen wat de wethouder hieromtrent verder zal zeggen. De heer Verhoeven spreekt wel heel gemakkelijk over de huurprijzen. Mevrouw v. d. Meulen heeft er al voldoende de aandacht op gevestigd, dat niet meer dan een zesde van de inkomsten voor huur kan worden be- stemd. Vroeger was dat een zevende. Tot sprekers grote verbazing was ook in de commissie voor openbare werken een stem te horen, die met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 20