28 april 1960
208
heeft georganiseerd, en daarom mevr. Vriesendorp wel kan antwoorden.
De commissie is echter niet verantwoordelijk voor de verkeerde indruk
die in de pers is gegeven. Voorts wil spreker opmerken, dat in vroeger
jaren, inderdaad wel eens uit de opbrengst van het lunapark aan niet
r.k.-jeugdorganisaties giften zijn gedaan. De opbrengst is echter dit jaar
zodanig geweest, dat de r.k.-jeugdverenigingen daar precies mee kunnen
draaien. Het is dan ook niet mogelijk andere jeugdverenigingen in de op-
brengst te doen delen. Als er nog eens een lunapark wordt georganiseerd,
zal spreker er voor zorgen, dat in de pers goed uitkomt dat de baten alleen
bestemd zijn voor het r.k.-jeugdwerk. Dan weet ieder dat hij met zijn geld
eventueel aan de roomse zwier gaat!
Bescherming grasstroken L. van Rozenburg en A. Pauwlaan.
Mr. Kutgers îs erg blij met de nieuwe grasstroken in de Laan van Ro-
zenburg en Adriaan Pauwlaan. Hij begrijpt, dat het gras moet worden
beschermd om te voorkomen, dat auto's daarop parkeren en dat de jeugd
daar overheen loopt. Spreker vindt het alleen jammer, dat hiervoor prik-
keldraad is gebruikt, omdat hij van verschillende zijden gehoord heeft, dat
jurkjes en andere kledingstukken daaraan ten offer zijn gevallen. Spreker
vraagt of het nu werkelijk nodig is, dat daar prikkeldraad wordt gebruikt.
De Voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders helaas geen
sterker middel hebben, want het is ergerlijk zoals de ingezaaide plantsoe-
nen door kinderen worden vernield. Dat prikkeldraad blijft staan tot het
gras voldoende is gegroeid.
Weth. van Lent zegt, dat het prikkeldraad blijft staan, tot de hegjes om
het gras voldoende zijn gegroeid. Als er glad draad wordt aangebracht dan
gebruiken de kinderen dat als schommel. Het is de enige mogelijkheid
om de grasmat goed te houden. Als men schade aan kleding heeft, dan
heeft men blijkbaar in het gras gelopen.
Mr. Rutgers wijst er op, dat het prikkeldraad betrekkelijk dicht langs
de kant is aangebracht.
De heer Scheer moet zijn fractieleider nu toch verwijten, dat hij er, als
deelnemer aan het verkeer, toch wel eigenaardige opvattingen op nahoudt,
want het prikkeldraad is aan de kant van de rijweg en daar heeft een
voetganger niets te maken. Die moet op het trottoir blijven.
De Voorzitter acht het beter dat dit in de fractie wordt besproken.
Mr. Rutgers zou toch graag zien, dat rekening werd gehouden met de
gevaren die dit prikkeldraad inhoudt.
Weth. van Lent ziet geen kans om hier iets anders voor in de plaats te
stellen dat voldoef.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De voorzitter,