28 april 1960
186
persé moet gebeuren want dan kan het nog overhaast werk zijn. Spreker
gelooft, dat het juist in het belang van de mensen is, dat ze zelf nog
een paar dagen hebben om rustig na te gaan wat ze gezegd hebben en
misschien zelfs die zaken te wijzigen die tijdens de behandeling niet zo
uitdrukkelijk uit de grondverf zijn gekomen maar toch nog wel in het
verslag kunnen komen.
Mr. Kutgers is het laatste geheel met de wethouder eens. Daar gaat het
juist om! De wethouder zegt nu, dat aanstonds ook wel een paar dagen
kan duren. Het gaat er dus om, dat het verslag rustig wordt opgemaakt,
dat de beianghebbende het rustig kan bekijken en dan kan tekenen. Daar
is spreker het volkomen mee eens. De vraag is juist of daarom het begrip
„aanstonds" niet moet worden uitgebreid.
Weth. Mr. van Wijk vindt aanstonds een vrij rekbaar begrip. Het is een
redelijke termijn, waarbinnen dit alles kan gebeuren.
Mevr. van der Meulen vraagt zich af, of bij het opstellen van de redactie
van artikel 7, lid 2, niet teveel is gedacht aan de tijden van hoogconjunc-
tuur, waarin men al blij is dat er een aanvaardbare candidaat is. Zou hier
eigenlijk niet moeten staan ,,een voordracht van tenminste 2 personen".
Het is toch mogelijk dat men in een andere tijd 3 of 4 zeer geschikte
candidaten heeft.
De Voorzitter: ,,Van zo mogelijk tenminste 2 personen."
Weth. Mr. van Wijk gelooft niet dat het college bezwaar heeft tegen
invoeging van: ,,zo mogelijk tenminste 2 personen".
Mr. Plïester merkt op, dat het artikel dan zo wordt toegepast alsof ei
stond ,,zo enigszins mogelijk".
Na de uiteenzetting van de wethouder kan spreker zich wel met de
redactie ,'an artikel 107, 2e lid, verenigen.
De Voorzitter zegt, dat het college dus de wijziging van artikel 7 over-
ueemt.
Mr. Rutgers vraagt of het college bereid is in artikel 96 „aanstonds" te
wijzigen in ,,zo spoedig mogelijk".
Weth. Mr. van Wijk heeft daar geen bezwaar tegen.
De heer Zegwaart vindt, dat ,,zo spoedig mogelijk" een gevaar inhoudt.
Spreker heeft liever dat er „aanstonds" blijft staan.
De Voorzitter wijst er op, dat als na het horen van de ambtenaar daar-
van direct een proces-verbaal wordt opgemaakt, de ambtenaar op dat
moment nog weet wat hij heeft verklaard en of dit dus kiopt met datgene
wat vastgelegd is. Het Iijkt spreker dus beter dat zo mogeiijk onmiddellijl:
het proces-verbaal wordt opgemaakt en wordt voorgeiezen.
De heer Zegwaart zegt, dat deze bepaling werkt in het belang van de
ambtenaar. Het gebeurt wel eens, dat de betrokken ambtenaar met zijn
raadsman even het proces-verbaal nakijkt, maar als regel wordt het direct
voorgelezen en getekend.
De Voorzitter zou het woord ,,aanstonds" niet willen wijzigen.
De heer Zegwaart zegt, dat de datum van inwerkingtreding van het
ambtenarenreglement hem interesseert. In mei zulien Gedeputeerde Staten
hierover hun licht laten schijnen, maar dan kan het misschien 1 juni 1960
in werking treden.
Weth. Mr. van Wijk antwoordt, dat burgemeester en wethouders daar-
naar zullen streven.