27 mei 1960
211
Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat het maximum ongeveer 52,
hoger zou kunnen zijn. De thans voorgestelde bezoldiging sluit aan bij een
bestaande traditie en het eollege acht het moment nog niet gekomen om
het maximum toe te passen. De werkzaamheden die tot de burgerlijke
stand behoren, worden geheel in de normale kantooruren verricht.
Mr. Rutgers zegt, dat dus op de oude toestand is voortgeborduurd.
Spreker vraagt, of er geen aanleiding voor burgemeester en wethouders is
om, bij gelegenheid van de akkoordverklaring met deze concept-regeling,
te vragen, of Heemstede, nu het aantal inwoners de 25000 is gepasseerd,
niet kan worden opgetrokken naar het maximum dat daarvoor mogelijk
is. Spreker ziet niet in waarom op de oude weg moet worden doorgegaan.
Beter is het in dit geval bij de nieuwe toestand aan te passen. Hij meent,
dat de ambtenaren van de burgerlijke stand recht hebben op een bezol-
diging die gelijk is aan die van de ambtenaren van de burgerlijke stand
in andere gemeenten van boven de 25000 inwoners.
Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat burgemeester en wethouders
de ambtenaren van de burgerlijke stand wel een hogere bezoldiging gun-
nen, maar omdat de werkzaamheden aan de burgerlijke stand verbonden
geheel binnen het kader van hun andere werkzaamheden worden verricht,
menen zij, dat er zo'n haast niet bij is om direct tot het maximum te
gaan. Spreker gelooft wel, dat het college nog eens wil bezien of het
moment aanstaande is om de bezoldiging op te trekken.
De Voorzitter meent, dat de heer Rutgers hierbij in het oog dient te
houden, dat de werkzaamheden in kantoortijd worden verricht en niet in
vrije tijd.
Mr. Rutgers merkt op, dat dit gelijk is aan wat in andere gemeenten
plaats vindt. De bezoldiging van de ambtenaren is niet zô hoog, dat een
kleine verhoging van de bezoldiging niet verantwoord is, ook al worden
de werkzaamheden in kantoortijd verricht. Spreker hoopt, dat het college
deze zaak vôör 10 juni nog eens wil bezien en dat burgemeester en wet-
houders niet te lang wachten met Heemstede te brengen in de groep
waarin zij hoort.
De Voorzitter „U heeft het antwoord van de wethouder gehoord".
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming besloten, aan gedepu-
teerde staten te berichten, dat met de ontwerp-regeling van de bezoldiging
van de ambtenaren van de burgerlijke stand akkoord wordt gegaan.
g. Verzoek van de Roei- en Zeilvereniging ,,Het Spaarne" d.d. 17 mei
1960 om een jaarlijkse bijdrage van 1:000,om een geldlening te
kunnen aangaan voor herstel van haar clubgebouw.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt,
zonder hoofdelijke stemming, besloten, dit verzoek in hun handen te stellen
om preadvies.
III. ONTHEFFING VAN HET VERBOD VAN ARTIKEL 15ter, le LID
DER RAADSVERORDENING VAN 18 SEPTEMBER 1924 TEN
BEHOEVE VAN DE INRICHTING „MEER EN BOSCH"
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
84. Ontheffing van het verbod van art. 15 ter, le lid der raads-
verordening van 18 september 1924 ten behoeve van de inrichting
„Meer en Bosch".
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
