214 27 mei 1960 en wethouders afwachten en niet in een bepaalde richting" binden. De h®er Verkouw merkt op, dat in de vorige raadsvergadering niet de liquidatie van de bank aan de orde is geweest. Nu is er een andere situatie ontstaan dan die welke er was door de opzegging van de gemeenschap- pelijke regeling van de zijde van de buitengemeenten. Burgemeester en wethouders hebben zich wel bereid verklaard om nieuwe stappen te doen în deze, maar meer weet de raad niet. Zou het geen stimulans voor Haarlem kunnen zijn als één van de buitengemeenten althans, de wens tot uit- drukkmg bracht, dat een nieuwe volkskredietbank wordt opgericht Mr. Rutgers is het voor een belangrijk deel met het gesprokene door de heer Verkouw wel eens. Alleen heeft de heer Verkouw gezegd, dat, wat nu gebeurd is, de consequentie zou zijn van hetgeen de buitengemeenten heb- ben gedaan. Daar moet spreker bezwaar tegen maken, want het is niet het gevolg van de opzegging der gemeenschappelijke' regeling door de buiteng:emeenten, maar het is een gevolg van het feit, dat de volkskrediet- bank niet tot betere expioitatie-uitkomsten is kunnen komen. Spreker zou vooral het idee willen wegnemen, dat dit de consequentie is van hetgeen de buitengemeenten hebben gedaan. Dat is het apert niet. Het is een inwendige structuurfout van de bank geweest waarvan dit het gevolg is. Spreker is er een beetje verbaasd over, dat burgemeester en wethouders zomaar voorstellen om aan de liquidatie van de bank mede te werken. Spreker begrijpt wel dat het niet anders kan, maar hij meent toch tijdens de laatste keer dat de volkskredietbank werd besproken, van de wet- houder begrepen te hebben, dat hij zeer goed in het oog zou houden dat er weer een nieuwe regeling zou komen. Dit liquidatiebesluit moet voor hem t°ch ook min of meer een slag uit een heldere hemel zijn geweest. Spreker had gehoopt, dat in de toelichting van het voorstel ook even naar voren zou zijn gekomen wat er nu verder moet gebeuren. Spreker zou het college willen vragen dit te bekijken. Het kan zeer wel zijn, dat een nieuwe rege- ling met andere gemeenten mogelijk is, hetgeen spreker zou toejuichen, maar het kan ook zijn, dat, als Bloemendaal of andere gemeenten niet willen meewerken, Heemstedë het op een of andere wijze alleen zal moeten doen. Spreker zou het college willen vragen een en ander rustig te be- kijken, waarbij hij er vanuit gaat, dat er iets op dit gebied moet gebeuren. De heer Verhoeven lijkt het niet juist om een brief naar Haarlem te schrijven met het verzoek of Haarlem zich nog eens wil bedenken en of die gemeente niet opnieuw een gemeenschappelijke regeling wil sluiten. Heemstede hoeft niet bij Haarlem te gaan bedelen. Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat het college op het stand'punt staat, dat opzegging van gemeenschappelijke regelingen niet in het wild moet gebeuren of overhaast of zomaar, doch dat daarvoor degelijke gron- den aanwezig moeten zijn. Andere buitengemeenten van Haarlem hebben gemeend de sanering van de volkskredietbank, die iedereen toch wel nood- zakelijk achtte, te moeten beginnen met opzegging van de gemeenschap- pelijke regeling, wellicht met in het achterhoofd de gedachte, dat er dan wel iets anders zou komen. Deze gemeente kon moeilijk anders doen dan gedaan is. Dit voorstei kon niet breder worden toegelicht, althans niet in de zin zoals de heer Rutgers zich dat voorstelt. Spreker kan wel zeggen dat burgemeester en wethouders informeel al contact hebben gehad met het gemeentebestuur van Haarlem i.c. met de betreffende wethoudster. Spre- ker meent ook wel te kunnen zeggen, dat er weer aan een nieuwe gemeen- schappelijke regeling wordt gewerkt, maar dit alles sluit niet uit, dat wat was geliquideerd moet worden, opdat op een nieuwe basis kan worden begonnen. Het betreft dus meer een formeel besluit. Het zou niet juist zijn geweest om in dit stuk, dat wat men informeel vernomen heeft en waar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 6