216 27 mei 1960
rapport van de commissie Ter Veen niet veel te zeggen en daarop niet te
ftf rea§'eren» omdat hij meent dat het rapport verouderd is Spreker
rilker vtaThiTifpV6 de °?heffin& van Heemstede niet sterk. Belang-
Vmdt h,1J het- dat m het rapport verschillende andere hoogst be-
langrijke punten, zoals het behouden van goede bestuurseenheden niet
worden bezien. Tegenwoordig toch meent men aigemeen dLteente'grote
bes uurseenheid niet goed werkt. De burgers kennen dé mensen die hen
besturen met meer en de ambtenaren krijgen vaak een te grote invloed
verwondert spreker, dat deze bestuurskwestie in het rapport zo weinie
naar voren komt. Spreker vraagt of de raad het voired^ge rapport ln
handen knjgt en wat het college verder denkt te doen.
heer yerhoeven kan zich bij het gesprokene door de heer Rutgers
vaflen Bovêndfen wftTrt komt.als een donderslag uit heldere hemel
u i tgesntoken voor hl în veremSln& van nederlandse gemeenten zich
uitgesproken voor het tegengaan van grote bestuurseenheden.
te zLS ïnetT7J^Vat h6t verstandiS is hier thans niet veel over
over hée rapport staan geen gegevens waar we ons erg benauwd
te hoeven maken. Hoewel spreker persoonlijk van mening is dat dit
rapport met behandeld zal worden, lijkt het hem weT Sgriik dat
burgemeester en wethouders zich in de nabije toekomst beraden on de
tegenargumenten die Heemstede kan leveren, opdat wanneer dit rapport
onverwachts toch aan de orde zou komen, op korte fer ™ahe argumenten
voren kunnen w°rden gebracht. Wij moeten paraat zfjn g
„pP° y<;0rr7;ittcr had wel verwacht, dat dit rapport ter sprake zou worden
t' menmg van het gehele college is, dat men niet teveel waarde
:'frp°rt moet ^oëkennen. Niet alleen'omdat hetrapportisu^ge-
bracht door een commissie die al 17 jaar geleden is ingesteld en omdft
mfm îwfri rapPorten van deze commissie geen uitvoering is gegeven
maar ook omdat zich in de loop der jaren op hlt gebied der femefSfké
ndehng een belangrijke wijziging heeft voltrokken. Spreker gelooft dat
er op het ogenblik niet veel kans van slagen zou zijn om te dfefSeren
at m het rapport staat vermeld. Buitendien is dit rapport reeds in 1958
f TUtrde Stat6n overhandigd- Het is nú eersfafn hettemeente
dat ed rt kennisnemmg toegezonden met de uitdrukkelijke opmerking
dat gedeputeerde staten hun standpunt in deze in generlei opzicht hehhef'
bepaald. Dat neemt niet weg, dat men uit het feit ffdit mffort aan ofs
ïs toegezonden, zou kunnen concluderen, dat gedeputeerde staten het
fefrachf CtTofeff^eeftrfPOrt f behandelin& zou kunnen w°rden
georacnt. Het college heeft daarom besloten in ieder geval een brlef tnt
gedeputeerde staten te richten, waarin tot uitdrukking zfl fordef gebfLht
hur&emeester en wethouders met verwondering van dé iXud van het'
renPdPa°trtheetnhVenninheb ÏT"
ontwikkeling van de denXefdefop feffewéd^van dV
en&Lt furgemeester°en
wethouders met kunnen aannemen, dat gedeputeerde staten de ontwik
kelmg van deze denkbeelden niet met instemming hebben gevolgd Indien
fendefs f if afwiJkend standpunt ten lanziefvfn defIgef ef
fedeepuSteerde sLrn^Laff^f06116,? bur^emeester en wethouders af
geueputeerae staten dit aan hen te willen mededelen opdat zii hnn roëio
bezwaren naar voren kunnen brengen. Spreker gelooft kt dit in di?
ff™TelfaneDde 1S' HU me6nt d&t h6t abs0luut verkeerd zou zijn om nu
raLortTwak"^^frmen8'80111 d&t de ar&umentatie van het
Wak 18 Want men 18 er aan voorhij gegaan dat de betrokken