234 30 juni 1900 De heer Zegwaart herinnert er aan, reeds eerder te hebben gezegd, dat hij de nu gekozen plaats voor het politiebureau zeer goed vindt. Hij stemt er dus van heler harte mee in om deze zaak voortgang te doen vinden. De heer Verkouw vraagt, of de gekozen plaats bij het begin van de Cru- quiusweg, in verband met het verkeer, wel juist is. De Voorzitter antwoordt, dat deze plaats gunstig wordt geacht. Wethouder van Lent antwoordt bevestigend op de vraag van de heer Pliester of dit plan gebonden is aan de gekozen plaats. Burgemeester en wethouders hebben ook nog gedacht aan demping van de Haven om dan daar het politiebureau te bouwen, maar dat zou aanmerkelijk duurder worden. Bovendien mist men dan de haven die op het ogenblik toch ge- regeld wordt gebruikt. Het college is van mening, dat het terrein naast Openbare Werken, gelegen aan een parallelweg, waar men alle kanten uit kan, uitermate geschikt is. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast- gésteld. VII. VERORDENING WANDELBOS GROENENDAAL Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 97- Verordening wandelbos Groenendaal De Voorzitter deelt mede, dat de commissies voor de plantsoenen en voor de strafverordeningen zich hiermede kunnen verenigen- laatst- genoemde commissie stelt echter voor, in art. 8 laatste alinea, vôôr „art. 4" ook „art. 2" op te nemen. Burgemeester en wethouders kunnen "zich daarmede verenigen. Mevrouw van der Meulen vraagt zich af, of men bij het ontwerpen van deze verordening niet een klein beetje in de gedachtensfeer van 1913 is bhjven hangen, omdat als het voortbrengen van hinderlijk geluid enkel het woord „schreeuwen" wordt genoemd. Spreekster is van mening dat er tegenwoordig veel erger hinderlijk geluid bestaat. Schreeuwen houdt bij ademnood nog eens op, maar radio's, pick ups e.d. verstommen niet zo gauw. Zou het misschien niet wenselijk zijn om dergelijke apparaten hierbij ook op te nemen? De Voorzitter antwoordt, dat deze vraag ook in de commissie voor de strafverordeningen naar voren is gekomen. De opsomming in art. 3 is niet hmitatief, maar voor uitbreiding vatbaar. Bovendien is bepaald, dat niet geduld zal worden, degene die blijk geeft van een onjuist begrip over de geoorloofde vrijheid, noch degene wiens gedrag onwelvoegelijk is of hin- derhjk is of kan zijn voor anderen, of op enigerlei wijze tot schade leidt of kan leiden. Daar wordt alles mee ondervangen. Wethouder van Lent zegt, dat in de commissie voor de plantsoenen o a nog de vraag is gesteld, of in art. 4, 3e lid, naast kinderwagens niet moet worden gesproken van invalidewagens. Burgemeester en wethouders zijn van rnenrng, dat deze aanvulling niet nodig is, omdat het vanzelf spreekt dat een invalidewagen in het bos wordt toegelaten. De politie zal terzaké gemstrueerd worden. Ir. Kooijmans merkt op, dat er tegenwoordig nogal veel paard gereden wordt. In de duinen van de Amsterdamse Waterleiding word^gologonhcid TOOt' paardnjden gebodcn, maar men lant de paa-rdc.n nogal cen.s buiten do f^adeEHopem-Sprekw-^wee^ het nodig is om in Groenendaal speciale ruiterpaden aan te leggen. AIs gevolg van de vestiging van een manege aan de Herenweg zullen er misschien wel eens aanvragen komen om voor het paardrijden^gebruikte mogen maken van Groenendaal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 16