226 30 juni 1960 van laagspanning gebruik kan maken, maar dat voor de combinatie hoog- spanning nodig is. Als dat zo is, waarom heeft men dan die bedrijven niet in de kosten laten bijbetalen De wethouder is er voorstander van, dat, als er straks, doordat er in- dustrieën bijkomen, voor het industrieterrein hoogspanning moet komen, de gemeente dit zal bekoötigen. Spreker meent, dat er nog altijd een circu- laire van de minister van binnenlandse zaken van kracht is waarin is bepaald, dat er ten aanzien van industrieterreinen geen faciliteiten mogen worden verleend, hetzij door het gratis beschikbaar stellen van grond, het- zij door het stichten van transformatorhuisjes op kosten van de gemeente. Er zou over te praten zijn of de gemeente in het gestelde geval de trans- formatorhuisjes moet betalen, maar bovendien lijkt het spreker, dat de beslissing hierover bij de raad ligt. Maar ook dit argument komt spreker niet terzake voor. Als de wethouder blijft zeggen dat we hier alleen met hoogspanning te maken hebben en dat de gemeente de kosten die daaruit voortvloeien nooit voor haar rekening neemt, terwijl er dus geen enkel ander bedrijf in deze gemeente is aan te wijzen waarvoor een andere ge- dragslijn is gevolgd, dan moet spreker het hoofd buigen. Maar dan zou hij nog graag van de wethouder in casu van het college horen, of men bereid is in de toekomst de gedragslijn te volgen die ook ten aanzien van adressanten is gevolgd. De heer Verhoeven kan zich met het standpunt van de wethouder ver- enigen dat op een gemeentelijk industrieterrein toch wel bepaalde facili- teiten moeten worden verstrekt. Als men kijkt naar de streek ten zuiden van Medemblik, waar een grote industrievestiging plaats vindt, dan kan men er van overtuigd zijn, dat daar beslist bepaalde faciliteiten worden verleend ondanks de circulaire van de minister. Natuurlijk kan het niet zo zijn, dat men in iedere straat zware kabels gaat leggen omdat zich daar mogelijk wel een grote industrie zou kunnen vestigen. Toch gelooft spreker, dat de naam Blekersvaart wel voldoende aanduidt, dat daar een aantal bedrijven zijn gevestigd die potentieel toch wel grote afnemers zijn of kunnen worden. Spreker zou zich kunnen voor- stellen, dat daarvoor dezelfde voorzieningen worden getroffen als voor bedrijven op een gemeentelijk industrieterrein. De heer Schuitenmaker vraagt, of er vroeger niet al eens een deel van de oude bleekvelden aan de Blekersvaart is bestemd voor industrieterrein. Mr. Butgers heeft geen antwoord van de wethouder gehoord op de vraag van de heer Pliester. Spreker wil n.l. graag verklaren, dat hij met de woor- den van de heer Pliester volledig instemt. Wethouder Mr. van Wijk de heer Verkouw beantwoordend, zegt' dat het inderdaad zo is, dat nergens waar laagspanning wordt gebruikt, waar dus geen grootverbruikerscontract is, de gebruiker heeft meebetaald in de kos- ten van het transformatorhuis. Het college is voornemens deze gedragslijn te blijven volgen, tenzij de raad daarover anders zou oordelen. Wenst iemand op een gegeven ogenblik een grootverbruikerscontract af te slui- ten, dan moet hij overgaan op hoogspanning. Maar dan moet hij ook de consequenties aanvaarden door bij te dragen in de daarvoor nodige inves- tering door de gemeente, omdat de gemeente niet de garantie heeft, dat het betreffende bedrijf ook een zeker aantal jaren hoogspanning afnéemt. Spreker kan categorisch verklaren, dat, indien door een bedrijf laagspan- ning wordt afgenomen, niets behoeft te worden betaald voor een even- tueel benodigd transformatorhuisje, maar dat voor laagspanning geen grootverbruikerscontract kan worden afgesloten. In het geval Kennemer- oord is door Kennemeroord een kwart van de gemaakte kosten betaald. De gemeente had voor de Koediefslaan en omgeving zelf laagspanning no- dig waarvoor zij anders een transformatorhuisje had moeten bouwen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 8