30 juni 1960 waarom zij zelf de resterende 3/4 heeft betaald en zij heeft die kosten natuurlijk niet verhaald op de aangesloten bewoners, omdat die gelijke rechten hebben als de bewoners elders in de gemeente. Tot op heden wordt op het industrieterrein precies dezelfde gedragslijn gevolgd. Spreker blijft van mening, dat, zogoed als bij het industrieterrein een dure laad- en loskade wordt gemaakt, het ook geen speciaal aantrekken van industrie is maar behoort tot het wezen van een industrieterrein, als daar van ge- meentewege de mogelijkheid wordt geschapen cm qua apparatuur groot- verbruiker te worden. Dat besluit is echter nog niet genomen en zal t.z.t. ook niet zonder de raad worden genomen. Voorlopig blijven burgemeester en wethouders dus de oude gedragslijn volgen. In antwoord op het gesprokene door de heer Pliester zegt spreker, dat de heer Pliester wel weet, dat men stelt dat er |;een geschil bestaat wan- neer een van de partijen aanneemt dat er een geschil is. Burgemeester en wethouders willen helemaal niet zeggen, dat zij dit adres zelf moeten afhandelen. Zij hebben de correspondentie op tafel gelegd ter beoordeling van de raad. Burgemeester en wethouders menen echter wel, dat het for- meel juist is, dat het college nu antwoordt, dat er geen aanleiding is om hier een schadeloosstelling te geven of een terugbetaling te doen. Mr. Pliester wijst er op, dat het request aan de raad is gezonden en adressanten zich met een kluitje in het riet gestuurd zullen voelen als dit zonder meer ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders wordt gesteld. Neemt de raad hierover een besluit, dan weet men, dat de raad achter burgemeester en wethouders staat. Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat dit het mooie van een demo- cratie is, dat er altijd nog een vertegenwoordigend lichaam is waar de zaak rustig kan worden besproken. Er hoeft niets verborgen te blijven. De heer Verkouw vraagt, of burgemeester en wethouders bereid zijn in hun antwoord aan adressanten de vrij eenvoudige argumenten van de wet- houder, hier genoemd, op te nemen. Wethouder Mr. van Wijk heeft daar geen bezwaar tegen. Het adres wordt vervolgens, zonder hoofdelijke stemming, in handen van burgemeester en wethouders gesteld, ter afdoening. III. VOORBEREIDING VAN EEN HERZIENING VAN PIET DEEL VAN HET UITBREIDINGSPLAN, DAT IS BEGREPEN IN HERZIENING L, BETREFFENDE DE TERREINEN, GELEGEN WESTELIJK VAN DE HERENWEG, NOORDELIJK VAN IPENRODE, ZUIDELIJK VAN DE NOORDGRENS VAN DE BUITENPLAATS BERKENRODE TOT DE LEIDSEVAART EN WESTELIJK VAN DE LEIDSEVAART TUSSEN DE GRENS DER GEMEENTE HAARLEM EN DE IN WESTELIJKE RICHTING VERLENGDE NOORDGRENS VAN IPENRODE. Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 93. Herziening uitbreidingsplan. De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich hiermede kan verenigen. Mevr. van der Meuien meent dat het nu de tijd is om de vraag te stellen of dit uitbreidingsplan z6 herzien zal worden, dat hier meer eenvoudige woningen gepland worden of dat het de bedoeling is dat hier een ander soort woningen komt. Ook zou zij graag zien dat in ieder geval bij deze herziening rekening wordt gehouden met het reserveren van speelruimte voor de jeugd van beneden 14 jaar. Wethouder van Lent antwoordt, dat het niet de bedoeling is in dit uit-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 9