25 augustus 1960.
251
min geoordeeld, dat dit beroep moest worden toegewezen, maar alleen op
grond van het feit, dat zij zich op het standpunt stellen, en dat blijkt uit
de stukken, dat de bebouwing van Kennemerduin en Overbos in één uit-
breidingsplan moet worden geregeld. Spreker meent dat hij hier niet vol-
doende de nadruk op kan leggen, omdat in één van de couranten een pu-
blikatie is verschenen, die over de gevolgen van het besluit van Gedepu-
teerde Staten een volkomen foute indruk wekt. Iedereen maar vooral de
raad dient te beseffen, dat de adviserende instanties van Gedepu-
eerde Staten altijd hebben gezegd, dat bebouwing van Overbos op
geen enkele wijze plaats mag vinden. De commissie voor de gemeente-
lijke plannen, die Gedeputeerde Staten adviseert en bij wier oordeel de
directie van de volkshuisvesting en bouwnijverheid zich aansluit, zegt n.l.
in haar advies aan Gedeputeerde Staten over het beroepschrift van het
Regentencollege van St. Bavo: ,,Overigens handhaaft de commissie haar
standpunt, dat bebouwing van Overbos in welke vorm ook onaanvaardbaar
moet worden geacht". Dit moet men zeer goed voor ogen houden. En het
zou zelfs kunnen zijn, dat, wanneer door de raad zou worden besloten
om tegen het besluit van Gedeputeerde Staten in beroep te gaan spre-
ker noemt de kans fifty fifty dat ook de Kroon zich op het standpunt
van Gedeputeerde Staten stelt. Het komt burgemeester en wethouders dan
ook niet dienstig voor in beroep te gaan, ook al omdat de behandeling van
een beroepschrift bij de Kroon veel tijd kan vergen. Zou het besluit van
Gedeputeerde Staten gehandhaafd blijven dan zouden de belangen van de
bouwcorporatie daardoor ernstig worden geschaad.
De Gereformeerde Bouwcorporatie evenals het Regentencollege van St.
Bavo kunnen natuurlijk tegen de beslissing van Gedeputeerde Staten in
beroep komen. Gaat het gemeentebestuur niet in beroep, dan houdt dit in
dat burgemeester en wethouders binnen 12 maanden een nieuw uitbrei-
dingsplan omvattende Kennemerduin en Overbos, aan de raad moeten
voorleggen. De vraag is dan, wat dat uitbreidingsplan zal moeten inhouden.
Door de heer Zegwaart is heel vriendelijk gevraagd of het niet een taak
voor de burgemeester zou zijn om het initiatief tot een bespreking met de
belanghebbende partijen te nemen. Burgemeester en wethouders hebben, zo-
als de raad weet, zich ten aanzien van de bebouwing van het Overbos ver-
staan met Ir. Kuiper, die rapport heeft uitgebracht. Dit rapport is door
het college met de eigen stedebouwkundige diepgaand besproken, waarbij
is gezocht naar een mogelijkheid om aan de wens van het Regentencollege
van St. Bavo tegemoet te komen. Het ontworpen plan Schut, dat bebou-
wing van een klein deel van Overbos mogelijk zou maken, is aan het Re-
gentencollege toegezonden met de vraag of het Regentencollege aanleiding
vond dit verder te bespreken. Daarop heeft er een bespreking plaats ge-
vonden tussen burgemeester en wethouders met hun adviseurs en het Re-
gentencollege van St. Bavo met zijn adviseurs. Het Regentencollege zou
dit plan in eigen vergadering nader bekijken.
Burgemeester en wethouders hebben de intense hoop gehad, dat het
plan Schut een basis zou vormen om tot een vergelijk te komen. Helaas is
vanmorgen bericht ontvangen, dat dit plan voor het Regentencollege on-
aanvaardbaar is. Dit kan een gevolg zijn van het feit, dat in een bepaalde
courant naar aanleiding van het besluit van Gedeputeerde Staten conclu-
sies zijn getrokken, die niet juist zijn en dat het Regentencollege nu
dus meent dat de weg vrij is om zijn plan te kunnen uitvoeren.
Spreker heeft altijd gesteld, dat men wel in beroep kon gaan tegen de
wijziging van het uitbreidingsplan Kennemerduin, maar dat het plan tot
bebouwing van het Overbos nooit te verwerkelijken zou zijn gezien de
tegenstand die daartegen bestaat bij de Rijksdienst voor het Nationale
Pian en de mening die daarover bij de provinciale instanties heerst. Men
moet het dus in geen geval zo zien, dat, doordat het beroep van het Re-
gentencollege is toegewezen, nu de weg vrij zou zijn om het Overbos te