135
le Afd.
29 september 1960
AANSCHAFFING FRANKEERMACHINES.
Aan de Raad,
Tot 1959 werd het voor dienststukken verschuldigde port- en aanteken-
recht voldaan door middel van een jaarlijks aan het Staatsbedrijf der
P.T.T. te betalen bedrag, welk bedrag werd berekend aan de hand van
door de directeur-generaal der P.T.T. vast te stellen regelen op grondsiag
van het aantai in een kalenderjaar verzonden dienststukken en het voor
gewone en aangetekende stukken verschuldigde port- en aantekenrecht.
Hoewel de verschuidigde vergoeding altijd hoger was dan bij frankering
der stukken het geval zou zijn geweest, woog dit nadeel evenwel ruim-
schoots op tegen het gemak dat voor de dienst uit het gebruik van port-
vrijdom voortvloeit.
Bij brief van 29 januari 1959 werd door het Staatsbedrijf der P.T.T. be-
richt, dat met ingang van 1 januari 1959 de vaststelling van de wegens
verzending van dienststukken verschuldigde kosten, in beginsel zou ge-
schieden door de P.T.T., op grond van statistische opnamen volgens een
methode welke in overieg met het Centraal Bureau voor de Statistiek was
bepaald. Door de afzenders behoefden geen aantekeningen meer terzake
te worden gehouden noch opgaven betreffende het aantal verzonden stuk-
ken te worden verstrekt. Alle gemeentebesturen die hun stukken als dienst
zouden verzenden, werden ondergebracht in één groep. Omdat door de
P.T.T. bij deze methode slechts zou worden beschikt over de aantallen
verzonden stukken door de gehele groep, was het nodig, dat het totaal ver-
schuldigde bedrag- door middel van een verdeeisleutel over de gemeenten
werd verdeeld. Als verdeelsleutel zou het aantal inwoners der gemeenten
worden gehanteerd.
Hoe de kosten voor de gemeenten zouden uitvallen werd eerst bekend bij
brief van het Staatsbedrijf der P.T.T. d.d. 7 april 1960, waarbij bleek, dat
de omslag over 1959 ruim het dubbele bedroeg van het over 1958 verschul-
digde.
Dit heeft ons aanleiding gegeven gedurende 3 maanden een teiling van
verzonden stukken te doen houden om daardoor vast te stellen wat, omge-
rekend per jaar, bij normale frankering aan porto verschuldigd zou zijn.
Wij kwamen daarbij tot de conclusie, dat het voordelig verschil tussen om-
slag en frankeren /6000,zou bedragen, waarbij aangenomen is, dat de
omslag per inwoner weer op het over 1959 vastgestelde bedrag zal worden
vastgesteld.
Een en ander geeft ons aanleiding per 1 januari 1961 gebruik te maken
van de bevoegdheid om niet langer correspondentie als dienst te verzenden.
Omdat wij menen, dat het houden van postzegelkassen geen aanbeveling
verdient, zouden wij voor de frankering frankeermachines willen benutten.
Tot nu toe werd door de secretarie, de diensten in de ,,Meerlhorst", de po-
litie en het bedrijf van Openbare Werken, de correspondentie als dienst
verzonden. Wij zouden voor deze diensten tezamen 4 frankeermachines
willen aanschaffen, waarvan de kosten f 3510,bedragen.
Wij verzoeken U mitsdien ons voor bovengenoemde aanschaffing een
krediet beschikbaar te stellen van f 3510
Heemstede, 14 september 1960.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.