74r44^R^G.E„BESCHIKBAARSTELLING VAN GELDFN
29 september 1960.
INGEVOLGE ARTIKEL 72 DER LAGERONDERWIJSWET
1920 VOOR INRICHTING NOODLOKAAL VOOR DE
DE LA SALLE V.G.L.O.SCHOOL.
ondeervo0Igrnotel °ntWerp-besluit is oP&enomen in de gedrukte stukken
138. Inrichting noodlokaal voor de De la Salle v.g.l.o. school.
De Voorzntter deelt mede, dat de commissie voor het onderwiis zich
hiermede kan verenigen. J ^Kii
weYendeUdft d°rVer Wij'St er °P' dat er in het °ntwerp-besluit staat: „Over-
wegende dat de aanvraag aan de gestelde voorschriften voldoet" Achter-
itls echter geWeken, dat er twijfel bestaat of aan één van de voor-
schriften ter mwilligmg van dit verzoek kan worden voldaan, n 1 het be-
mulen van hct wettellJk voorgeschreven aantal leerlingen. Wanneer mocht
blqken dat dit niet het geval is, kan dit besluit natuurlijk niet worden
uitgevoerd. Een en ander moet nog in overleg met de inspecteur van het
lager onderwijs worden bekeken.
va?tgesteldWerP"beSlUit W°rdt VCrV°Ig:ens zonder hoofdelijke stemming
VII. BENOEMING HOOFDLEIDSTER KLEUTERSCHOOL
TROELSTRALAAN.
De voordracht is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
116. Benoeming hoofdleidster kleuterschool Troelstralaan.
De Voorzitter verzoekt de heren Schuitenmaker en Willemse voor deze
vormenSen benoemingcn met hem het bureau van stemopneming te
Mevr. van der Meulen zegt, dat in de kleuteronderwijswet staat, dat
wanneer de raad de leidsters van de kleuterscholen benoemt, de voordracht
zo mogelrjk uit ten minste 3 bevoegden moet bestaan. Spreekster kan
zich voorstellen, dat het vrij moeilijk is om 3 bevoegde krachten te vinden
die mderdaad aan de eisen voldoen. Maar omdat er voor deze vakature
geen oproep voor sollicitanten is gedaan, kan er ook niet bewezen worden
er geen 3 geschikte kandidaten waren. Tussen de periode waarin er
gesolliciteerd is voor leidster aan de Craijenesterkleuterschool en nu
liggen emge maanden. Het zou bij een nieuwe oproep mogeliik ziin ge-
weest, dat burgemeester en wethouders een volledige voordracht hadden
kunnen samenstellen. Spreekster gelooft, dat de raad wel mag staan op
het overleggen van een voordracht van 3 personen.
Wethouder Corver antwoordt, dat het inderdaad gegaan is zoals mevr
van der Meulen zegt, maar spreker moet er wel een aantekening bij ma-
Burgemeester en wethouders hebben een oproep gedaan voor leidster
van de Craijenesterkleuterschool. De sollicitanten dalrvoor zijn door de
mspectrice van het kleuteronderwijs en hemzelf nauwkeurig beoordeeld.
aaronder was ook mej. Van den Haak. Deze bleek zo'n goede kracht te
^Jn' dat ,met haar besproken werd om haar over enige maanden te benoe-
men tot hoofd van de kleuterschool aan de Glip. Er is dus een keus gedaan
uit de toen beschikbare hoofdleidsters van kleuterscholen. Het maakt wei-
mg verschil of zij nu voor de ene of de andere school wordt bestemd Het
had naar de mening van burgemeester en wethouders weinig zin om een
nieuwe oproep te doen nu zij eenmaal een zeer geschikte sollicitante had-
den. Burgemeester en wethouders menen, dat zij ên in het belang van het
onderwijs en van de gemeente handelen door de voordracht op deze wijze
aan de raad voor te leggen. J