154
2e afd.
24 november 1960
BEZOLDIGING VAKONDERWIJZEBS.
Aan de Raad,
In de bezoldigingsverordening voor de vakonderwijzers, vastgesteld bij
Uw besluit d.d. 29 september 1955 no. 118 en laatstelijk gewijzigd bij Uw
besluit d.d. 29 oktober 1959 no. 152, zijn volledige salarisschalen voor de
vakleerkrachten opgenomen.
De minima van deze salarissen waren voorheen geregeld in het Bezol-
digingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948, terwijl het Ministerie
van Binnenlandse Zaken regelmatig per circulaire volledige salarisschalen
aan de gemeentebesturen zond, waarbij uitgegaan was van genoemde
minima, met het verzoek om de salarissen van de gemeentelijke vak-
leerkrachten op overeenkomstige wijze vast te stellen.
Aan dergelijke verzoeken werd ten aanzien van de vakleerkrachten
dezer gemeente steeds voldaan.
In afwijking van deze gedragslijn worden sinds enige tijd de salaris-
schalen geheel in voornoemd Bezoldigingsbesluit opgenomen. Deze op-
neming is gegrond op de overweging, dat het uit een oogpunt van een
uniforme en billijke beloning van de vakleerkrachten wenselijk is ook
minima, welke tevens maxima zijn, voor te schrijven bij vermeerdering
van het aantal dienstjaren.
Dit feit geeft ons aanleiding U voor te stellen, om uit de in de aanhef
dezes genoemde bezoldigingsverordening de salarisschalen te doen ver-
vallen en artikel 1 van deze verordening zodanig te redigeren dat de sala-
riëring van de vakonderwijzers dezer gemeente zal geschieden volgens de
salarisschalen, welke zijn opgenomen in het Bezoldigingsbesluit Burger-
lijke Rijksambtenaren 1948.
Aangezien van 1 april 1958 af nog een salarisverhoging dient plaats te
vinden zouden wij de wijziging van de bezoldigingsverordening op deze
datum willen doen ingaan. Wijziging in deze zin heeft als voordeel, dat
door Uw College bij elke loonronde niet steeds nieuwe schalen behoeven te
worden vastgesteld. De in het Koninklijk Besluit van 23 januari 1960
no. 42 opgenomen salarisschalen per 1 januari 1959 (incorporatie van de
6 salarisverhoging gepaard gaande met een afronding), alsmede de
salarisschalen per 1 april 1960 (incorporatie van de huurcompensatie 1957
en de algemene salarisverhoging van 5 zullen dan zonder meer kunnen
worden toegepast.
Opgemerkt wordt dat inzake eventuele toelagen en looncompensaties,
waarmede de salarissen worden verhoogd, de maatregelen zullen gelden
welke voor het gemeentepersoneel worden getroffen.
Het verdient uit redactioneel oogpunt aanbeveling, de bestaande ver-
ordening geheel in te trekken en een nieuwe verordening vast te stellen.
Wij stellen U derhalve voor hiertoe over te gaan door vaststelling van
bijgevoegd ontwerp-besluit.
Een tweetal personeelsorganisaties hebben wij in de gelegenheid gesteld
hun gevoelen over het ontwerp-besluit te onzer kennis te brengen. Deze
organisaties hebben geen bezwaren ingebracht.
Heemstede, 17 november 1960.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.