317 24 november 1960. daaruit blijkt, dat bij burgemeester en wethouders voortdurend interesse bestaat voor het welzijn van de inwoners der gemeente. Het raadsstuk is trouwens met élan opgesteld. Op zichzelf zou spreker dus gaarne zijn stem aan dit voorstel willen geven, maar het mag naar zijn mening niet los worden gezien van de voorwaardelijke tapvergunning van het verversingshuis in Groenendaal. Het verversingshuis is een inrichting die alom in den lande bekend is en die van het vroege voorjaar tot het late najaar een grote aanloop van recreatiezoekenden heeft. Het verversingshuis is door de exploitanten met de materiële en de geestelijke middelen die hun ten dienste staan, in ruim 40 jaar gegroeid tot een inrichting waar, om de gedachten te bepalen, ieder raadslid met zijn familie mag worden gezien. Datzelfde verversingshuis wordt regelmatig bezocht door verenigingen en genootschappen die res- pectabel genoemd mogen worden. Spreker meende dit even te moeten opmerken om tot een vergelijking te kunnen komen. Burgemeester en wethouders reppen n.l. in hun voorstel spreker wii dit niet ontkennen van het belang van Nieuw Berkenrode. Spreker is echter van mening, dat het uit een oogpunt van billijkheid en gelijke rechtsbedeling juist zou zijn, indien pogingen zouden worden aangewend om ook voor het verversingshuis tot een algemene tapvergunning te ko- men. Gelijke monnikken gelijke kappen. Burgemeester en wethouders zou- den de toezegging kunnen doen, dat zij bereid zijn een dergelijke vergun- ning voor het verversingshuis te vragen maar zij zouden dit ook door een aanvulling van dit besluit kunnen bereiken. Burgemeester en wethouders zullen spreker straks misschien tegenwerpen, dat het verversingshuis een gemeentegebouw is, maar dan wil spreker daar bij voorbaat op antwoorden, dat daarvoor voorbeelden in den lande zijn. Dreefzicht in Haarlem en dé Stadsgehoorzaal in Leiden, beide gemeentegebouwen, hebben een volwaar- dige tapvergunning en de vorm van de exploitatie is gelijk aan die van het verversingshuis. Wanneer in Nieuw-Berkenrode b.v. een hondententoonstelling of een bazar zal worden gehouden en de bezoekers wensen dan een borrel te ge- bruiken, dan zal dit mogelijk zijn. In het verversingshuis is de situatie echter zo, dat, als men afgaande op het bordje tapvergunning, een borrel bestelt, deze niet geschonken mag worden. Dit geeft tot moeilijkheden aanleidmg, waarom spreker uit een oogpunt van billijkheid gaarne zou zien, dat ook voor het verversingshuis een tapvergunning wordt gevraagd. Dit zal nu misschien mogelijk zijn. De termijn waarbinnen de raad kan verzoeken om het maximum aantal vergunningen te verhogen, loopt per 1 november wel af, maar gelet op de inzichten in Den Haag, zâl, wanneer buigemeester en wethouders met een enigszins klemmend betoog aankomen waarin wordt gewezen op de vermeerdering van het aantal inwoners sedert 1930, er mogelijk iets aan te doen zijn. Mevr. van der Meulen zegt, dat het verzoek er op het eerste gezicht vrij eenvoudig uitziet, maar bij het lezen van de stukken is haar fractie ge- stuit op de motieven die de stichting Nieuw Berkenrode aanvoert om de medewerking van de raad te verkrijgen. Ze voert n.l. aan, dat Nieuw Berkenrode een algemeen cultureel centrum is, dat als zodânig voor de gehele bevolking zonder onderscheid van godsdienst of politieke overtui- ging, ter beschikking staat. Op deze grond zou haar fractie het stand- punt kunnen innemen, dat zij medewerking verleent. Maar de stichting die pretendeert een algemeen cultureel centrum te exploiteren, heeft voor de verhuur van zalen een uitzonderingsclausule gemaakt dié heel vaag is gehouden en daardoor op een gegeven moment gevaarlijk kan zijn voor de democratie. Deze clausule luidt: ,,uitsluitend die organisaties die een ondermijning nastreven van de kerk en van ons huidig maatschappelijk stelsel, zijn in het gebouw niet welkom". Bij spreeksters fractie zijn naar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 10