164
4e afd.
15 december 1960.
zuidelijke grens van ,,De Hartekamp" is geprojecteerd, zal dienst doen
als tehuis voor de lekenverplegers. Enige hinder van de aanwezigheid van
dit gebouw voor de adressanten is derhalve niet te verwachten. Het is
voorts de bedoeling- dat het Hoofdgebouw, waarin thans de verpleegden zijn
ondergebracht en waarvan adressanten blijkbaar hinder ondervinden, ge-
heel als administratie- en ontvangruimte wördt ingericht; de verpleegden
zullen worden ondergebracht in de meer noordelijk te bouwen paviljoens,
welke derhalve op aanmerkelijk grotere afstand van de door adressanten
bedoelde erfafscheiding liggen dan het hoofdgebouw. Slechts één paviljoen,
t.w. het meest zuid-westelijke gebouw, kan volgens het uitbreidingsplan
op een iets kleinere afstand van de erfafscheiding worden opgericht. De
kleinste afstand tussen hoofdgebouw en erfafscheiding is nl. 109 m, die
tussen het zuid-westelijke paviljoen en de erfafscheiding kân minimaal
94 m bedragen. De kleinste afstand van de woningen van adressanten tot
het hoofdgebouw is echter 126 m, en tot het zuid-westelijke paviljoen ten
minste 130 m. Terwijl de overige paviljoens bestemd zijn voor 60 verpleeg-
den, wordt dit paviljoen een klein gebouw voor 30 verpleegden. De op het
plan aangegeven bebouwingsstrook geeft de grenzen aan waarbuiten niet
mag worden gebouwd; het paviljoen zal door zijn kleine omvang binnen
deze grenzen worden opgetrokken, waardoor de afstand tot de erfafschei-
ding waarschijnlijk groter zal worden; de juiste plaats binnen de aangege-
ven grenzen zal eerst kunnen worden bepaald aan de hand van het nog in
te dienen bouwplan voor dit paviljoen. De situering van dit gebouw is ge-
schied in overleg met de Inspecteur voor de geestelijke volksgezondheid,
die hierover als volgt heeft geadviseerd:
,,In dit paviljoen toch worden verpleegd de allerbeste kinderen, die daar
tezamen gebracht zullen worden uit de gehele inrichting. Het is de bedoe-
ling deze kinderen in dit z.g. elite-paviljoen van de rest afgezonderd te
houden.
Bouw van dit paviljoen op een gesepareerde plaats is voor de verpleeg-
mogelijkheid van het hele gesticht noodzakelijk en te zien als een conditio
sine qua non" (brief dd. 11 januari 1958).
Samenvattend kan tegenover het bezwaarschrift derhalve het navol-
gende worden opgemerkt: door de voorgestelde bebouwing zal de tegen-
woordige hinder van de inrichting voor adressanten worden weggenomen,
althans aanzienlijk verminderen, immers de patiënten uit het hoofdgebouw
worden naar noordelijker paviljoens overgebracht; het nabij de zuidelijke
erafscheiding geprojecteerde verplegershuis zal geen enkele hinder veroor-
zaken en ook het kleine zuid-westelijke paviljoen zal door zijn bestemming,
alsmede door het kleine aantal en de toestand van de daarin te huisvesten
patiënten, geen hinder geven als door adressanten werd omschreven.
Het bezwaarschrift moet derhalve ongegrond worden verklaard.
Onder overlegging van de bebouwingsvoorschriften en de toelichtende
beschrijving, behorende bij het ontwerp, nodigen wij U uit met onge-
grond-verklaring van het ingediende bezwaarschrift door vaststelling
van het mede bijgevoegd ontwerp-besluit, het uitbreidingsplan-in-onder-
delen ,,Plan De Hartekamp" vast te stellen.
Heemstede, 7 december 1960.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.