4e afd. 27 januari 1961 1 a
R.C.H. 351
„Heemstede" 215
H.P.C. 218
V.E.W. 40
Totaal 824
Uit een vergelijking tussen het aantal jeugdleden en het be-
drag, dat de verenigingen aan subsidie ontvingen blijkt, dat
het toekennen van gelijke bedragen niet de meest billijke wijze
van subsidiëren is.
Wij stellen ons voor het bedrag van de subsidie in de
komende jaren afhankelijk te doen zijn van het aantal jeugd-
leden, dat de vereniging heeft op 1 januari van het jaar, waar-
voor subsidie wordt gevraagd.
Wij zouden per jeugdlid beschikbaar willen stellen een be-
drag van 0,85, berekend door het tot nu toegekende totaal-
bedrag ad /700,te delen door het totaal aantal jeugdleden.
Wij achten het voorts gewenst het subsidie te stellen op een
minimum bedrag van 100,omdat alle verenigingen, ook
voor de jeugdleden, zekere vaste lasten als terreinhuur, zaal-
huur e.d. hebben, ongeacht of de vereniging 40 dan wel 351
jeugdleden telt.
Bij deze regeling ontvangt in 1961:
R.C.H. 351 x/0,85 is /298,35
,,Heemstede" 215 x 0,85 is 182,75
H.P.C. 218 x 0,85 is 184,50
V.E.W. 40 x 0,85 is 34,— of het minimum 100,—
no's 58 en 59 Zowel de Heemsteedse Christelijke Oratoriumvereniging als
het Katholiek Gemengd Koor hebben om verhoging van het
subsidie verzocht. Beide verenigingen hebben aanzienlijke te-
korten, ondanks het feit, dat steeds getracht wordt de in-
komsten te verhogen en de uitgaven te verlagen. Een ingesteld
onderzoek heeft aangetoond, dat een verdere verhoging van
b.v. contributies en toegangsprijzen voor concerten, door ver-
mindering van de belangstelling, niet automatisch tot ver-
hoging van de inkomsten leidt. De uitgaven bestaan voorts
grotendeels uit bedragen op de vaststelling waarvan de ver-
enigingen slechts in zeer bescheiden mate invloed kunnen uit-
oefenen, zoals orkesthuur, zaalhuur, honoraria solisten, diri-
gent e.d.
Om de verenigingen in de gelegenheid te stellen op het-
zelfde niveau te kunnen blijven doorwerken komt ons een ver-
hoging van het subsidie en een gewijzigde methode van sub-
sidieberekening verantwoord en gewenst voor.
Wij zouden in de komende jaren aan beide verenigingen een
subsidie willen verlenen, berekend naar 30 van het salaris
van de dirigent en 30 van de contributies. De verenigingen
ontvingen tot nu toe vaste bijdragen van respectievelijk
750,— en 300,—
Bij de thans voorgestelde regeling ontvangt in 1961: