VERBETERD EXEMPLAAR. 2e afd. 27 januari 1961 BEGROTINGEN 1961 Aan de Raad, Wij bieden Uw College hierbij ter vaststelling' aan de ontwerp-begroting van inkomsten en uitgaven der gemeente met de daarbij behorende ont- werp-begrotingen voor de bedrijven en diensten der gemeente voor het dienstjaar 1961. Wij betreuren het, dat deze aanbieding op een zodanig tijdstip plaats vindt, dat de behandeling door Uw College pas in het begrotingsjaar zelf haar voltooiing zal kunnen vinden. Hierdoor toch wordt gebroken met de sinds enkele jaren gevestigde traditie om de begrotingen zo tijdig aan Uw Raad toe te zenden, dat de behandeling nog vöör het jaar waarop de be- grotingen betrekking hebben, haar beslag kan hebben gekregen, ook al werd dit streven vorig jaar door toevallige omstandigheden niet met succes bekroond. Wij hopen, dat voor een volgend jaar de redenen, die thans tot deze ver- traging hebben geleid, niet meer of althans niet meer in zo sterke mate aanwezig zullen zijn als thans het geval was. Wij hebben ons nl. genood- zaakt gezien deze begrotingen zeer kritisch te onderzoeken en al die voorzieningen achterwege te laten, waarvan de verwezenlijking in het begrotingsjaar door ons niet strikt noodzakelijk werd geacht. Dit onderzoek heeft meer tijd gevergd dan in vorige jaren aan de, be- handeling der begrotingen door ons college werd besteed. In het vervolg van deze nota hopen wij de redenen aan te geven, waarom wij een verdere uitzetting der uitgaven onder de huidige omstandigheden niet verantwoord hebben geacht, waarbij wij aanstonds willen opmerken, dat wij ons er van onthouden hebben het verzorgingspeil aan te tasten. De gemeente-begroting, welke U thans wordt aangeboden, sluit in in- komsten en uitgaven met een totaalbedrag van /5.831.566,02; het hoofd- stuk „Verrekeningen" buiten beschouwing gelaten. Om het evenwicht tus- sen inkomsten en uitgaven te bereiken was het nodig tot een bedrag van 170.000,over de saldi-reserve te beschikken. Voor onvoorziene uitgaven is een bedrag van 81.340,21 uitgetrokken. Dit bedrag is aanzienlijk hoger dan hiervoor de laatste jaren werd geraamd toen meestal ongeveer de minimum-norm van 1,50 per inwoner werd aangehouden. Het is in de afgelopen jaren telkenmale gebleken, dat deze post ontoereikend was om de financiële gevolgen te dragen van de in de loop van het jaar door Uw College genomen besluiten. Wij achten het thans voorgedragen bedrag daartoe genoegzaam, zij het uiteraard niet voor de grote projecten, welke nog nader in deze nota ter sprake zullen komen. Met betrekking tot het algemeen beeld der U thans aangeboden be- groting kan het volgende worden opgemerkt. Ten tijde van de samenstelling der begroting voor 1960 werd in on- zekerheid verkeerd met betrekking tot een tweetal factoren, welke van grote invloed zouden kunnen zijn op het beeld, dat deze begroting bood. Ten aanzien van één dezer factoren is thans aan de onzekerheid een einde gekomen door de totstandkoming van de wet van 14 april 1960, S. 160, welke wet ten doel heeft een volledige vergoeding uit 's rijks kas te geven aan de gemeenten van de kosten der door haar in stand gehouden scholen voor voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs op dezelfde wijze als dit reeds eerder geschiedde voor de bijzondere scholen krachtens de wet van 7 juli 1955, S. 320. Het rijkssubsidie voor de openbare scholen zal berekend worden volgens normbedragen, vastgesteld aan de hand van de kosten van de rijksscholen. De nieuwe subsidieregeling werkt terug tot 1 januari 1959. In de be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 1