3a
2e Afd.
27 januari 1961.
a. voor gezinnen van 2 inwonende leden of voor alleen wonende per-
sonen, voor de eerste 390 kWh per jaar;
b. voor gezinnen van 3 of 4 inwonende leden, voor de eerste 450 kWh
per jaar;
c. voor gezinnen van 5 of 6 inwonende leden, voor de eerste 510 kWh
per jaar;
d. voor gezinnen van meer dan 6 inwonende leden, voor de eerste
600 kWh per jaar.
Het tarief A zal slechts op verzoek van de verbruiker worden toe-
gepast en alsdan gedurende tenminste één jaar van kracht zijn, tenzij
een bijzondere reden, ter beoordeling van burgemeester en wethouders,
tussentijds tot wijziging aanleiding geeft. Indien vorenbedoeld verzoek
niet is gedaan geldt:
Tarief B: 12 cent per kWh, benevens een vastrecht van 39,per jaar.
Indien gedurende enige tijd geen elektriciteit wordt gebruikt blijft
niettemin gedurende die tijd het vastrecht verschuldigd.
De vastrechtgebruikers hebben, naar mate zij wat de gezinsgrootte
betreft behoren tot de groepen a, b, c of d, hiervoor vermeld, aan-
spraak op een reductie berekend naar respectievelijk 390, 450, 510 of
600 maal 3 cent per jaar.
Aan de verbruiker in een perceel of perceelsgedeelte, waarm een
winkel is gevestigd en waarin een gezin woont als hiervoor vermeld,
wordt de hiervoor genoemde reductie verhoogd met 600 maal 3 cent,
indien er geen gezin woont wordt 600 maal 3 cent gerestitueerd. Het
aantal kWh, waarover de reductie wordt berekend, zal echter nimmer
meer bedragen dan het werkelijk verbruikte aantal.
Tarief C
a. 4 cent per kWh voor elektriciteit, afgenomen in de uren 11.15
14.15 en 23.00—7.00;
b. 14 cent per kWh voor elektriciteit, afgenomen in de overige uren
van het etmaal,
benevens een vastrecht van f 39,per jaar.
Hetgeen voor het tarief B is bepaald omtrent de reductie naar ge-
lang der gezinsgrootte, het verbruik in winkels en het tijdelijk niet-
gebruiken van elektriciteit, is van overeenkomstige toepassing.
De tarieven B en C zijn niet van toepassing indien:
a. de elektriciteit wordt gebruikt voor krachtdoeleinden, met uitzon-
dering van:
1. kleine motoren voor de huishouding;
2. aansluitingen met een gezamenlijk vermogen van minder dan
4 kW
b. redelijkerwijs verwacht kan worden, dat het jaarlijks elektriciteits-
verbruik 6000 kWh te boven zal gaan.
Met de verbruikers bedoeld in de vorige alinea kunnen burgemeester
en wethouders bijzondere overeenkomsten aangaan.